Is jouw arm zo sterk als die van God?

Job 40:1-14 1 En de HEER vervolgde: 2  ‘Een mens die met de Ontzagwekkende twist-kan hij hem iets leren? Laat hij die God terechtwijst op dit alles antwoorden!’ 3  En Job antwoordde de HEER: 4  ‘Ik ben onaanzienlijk. Wat zal ik u antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond. 5  Ik heb eenmaal gesproken … Lees meer

Geef jij het paard zijn kracht?

Job 39:13-30 13 Het struisvogelvrouwtje staat vrolijk te klapwieken, maar met haar slagpennen en veren is zij nog geen ooievaar. 14  Ze legt haar eieren op de grond en laat haar legsel door het zand verwarmen; 15  ze vergeet dat een voet het kan breken, dat een wild dier het kan vertrappen. 16  Ze is … Lees meer

Dat een voet het kan breken

Job 38:31–39:12 31  Kun jij de Plejaden aan banden leggen of de ketenen van Orion losmaken?  32  Kun jij de dierenriem op tijd laten schijnen en de Grote Beer met haar jongen de weg wijzen? 33  Ken jij de wetten van de hemel, kun jij jouw orde aan de aarde opleggen? 34  Kan jouw stem … Lees meer

Heeft de regen een vader?

Job 38:16-30 16  Betrad jij ooit de plaats waar de zee opwelt, heb jij over haar diepste bodem gewandeld? 17  Zijn de poorten van de dood aan jou getoond, de deuren van het diepste donker-heb je die gezien? 18  Kun jij de aarde in haar volle uitgestrektheid bevatten? Vertel het, als je het allemaal weet! … Lees meer

Vanuit een storm.

Job 38:1-15 1 En de HEER antwoordde Job vanuit een storm. Hij zei: 2  ‘Wie is het die mijn besluit bedekt onder woorden vol onverstand? 3  Sta op, Job, wapen je; ik zal je ondervragen, zeg mij wat je weet. 4 Waar was jij toen ik de aarde grondvestte? Vertel het me, als je zoveel … Lees meer

At ik mijn brood alleen?

Job 31:16-40 16 Onthield ik aan de armen ooit waar ze om vroegen, liet ik de ogen van weduwen versmachten? 17  At ik mijn brood alleen, deelde ik het niet met wezen? 18  Hadden zij van kindsbeen geen vader in mij, stond ik weduwen niet van jongs af bij? 19  Als ik een zwerver zag … Lees meer

Ik hoopte op het goede

Job 30:20-31 20  Ik roep u om hulp, maar u antwoordt niet; ik sta voor u, maar u wilt mij niet zien. 21  U bent wreed voor mij geworden, met al uw kracht hebt u zich tegen mij gekeerd. 22  U tilt me op en laat me rijden op de wind, uw woedende storm schudt … Lees meer

Het onderwerp van hun spotlied

Job 29:21–30:19 21  Zij luisterden vol verwachting naar mij, ze zwegen om te horen wat ik hun zou raden. 22  Wanneer ik had gesproken waren ze stil, mijn woorden daalden zacht op hen neer. 23  En ze keken naar mij uit als naar de regen, ze openden hun mond als voor de lentedruppels. 24  Ik … Lees meer

Hij keert de bergen om vanaf hun voet.

Job 28:1-28 1 Er is een plaats waar zilver wordt gewonnen, een plaats waar goud gewassen wordt. 2  IJzer wordt uit de aarde opgedolven en koper wordt uit erts gesmolten. 3  De mens verdrijft de duisternis, hij dringt door tot in het binnenste der aarde, tot aan de steen van diepst verborgen donkerte. 4  Hij … Lees meer

Dat een rechtvaardige ten val komt

Psalm 55:13-24 13 Zou een vijand mij grieven, ik zou het verdragen, zou hij mij haten en zich tegen mij keren, ik zou me voor hem verschuilen. 14 Maar jij, die dacht en deed als ik, mijn hartsvriend, mijn vertrouwde! 15 Wat genoten wij als wij samen waren bij het feestgedrang in Gods huis. 16 … Lees meer