Dwaas en onverstandig

Prediker 1:12-18

12 Ik, Prediker, was koning van Israël in Jeruzalem. 13 Ik heb met heel mijn hart elke vorm van wijsheid onderzocht, want ik wilde alles wat onder de hemel gebeurt doorgronden. Het is een trieste bezigheid. Een kwelling is het, die de mens door God wordt opgelegd. 14 Ik heb alles gezien wat onder de zon gebeurt, en vastgesteld dat het niet meer is dan lucht en najagen van wind. 15 Wat krom is kan niet recht worden gemaakt, en wat ontbreekt kan niet worden meegeteld. 16 Ik zei tegen mezelf: Ik heb meer en groter wijsheid verworven dan iedereen die vóór mij in Jeruzalem heeft geregeerd. Ik heb veel wijsheid en kennis opgedaan. 17 Ik heb me er met hart en ziel voor ingespannen te ontdekken wat wijs is, en wat dwaas en onverstandig is. Maar ook dat, zo heb ik ingezien, is enkel najagen van wind. 18 Want wie veel wijsheid heeft, heeft veel verdriet. En wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart. (NBV21)

Het boek van Prediker wordt in de herfst gelezen als de oogst binnen is en het feest van de oogst kan beginnen. Maar de Koning van de oogst, de Koning van Jeruzalem, wordt er depressief van. Heb je de hele zomer gezwoegd en gesloofd, wat heb je dan. Je eten en je weet dat het na de winter weer op zal zijn en je weer opnieuw kunt beginnen. En als je dood gaat is het weg want je kunt het niet meenemen, zelfs niet als je rijk en machtig bent. De Koning heeft alles onderzocht dat onder de hemel is, maar vond niets.

Hoe meer hij te weten kwam, hoe droeviger hij werd. Want in plaats van dat de mensen tevreden zijn met wat ze hebben slaan ze elkaar nog de hersens in om meer te krijgen. Drogredenen voeren ze er voor aan maar wat krom is kan niet worden recht gemaakt. Wat er niet is zal er ook niet komen. Je wordt nooit rijker dan rijk en machtiger dan machtig. Uiteindelijk heeft iedereen hetzelfde als bij het begin. De pasgeboren baby heeft hetzelfde als de net gestorven grijsaard, niets namelijk. Dat brengt de Prediker tot de conclusie dat alles lucht en leeg is, alle zwoegen is najagen van wind. 

Moet je dan dom blijven? Net doen alsof het leven maar uit één dag bestaat? Prediker heeft geprobeerd kennis te verwerven. Hoe zit alles in elkaar. Wat is er goed en wat is er slecht. Ook dat heeft hem niet geholpen. Wie meer kennis heeft heeft ook meer smart. Wie veel wijsheid heeft heeft meer verdriet. In die twee laatste opmerkingen zit ook de sleutel van dit verhaal. Het begin van alle wijsheid is immers het kennen van de God van Israël. En de zin van het leven in het licht van die God is de zorg voor minsten, de zorg voor mensen in de knel. Het jezelf op de eerste plaats zetten, het eigen volk eerst leidt alleen maar tot verdriet en teleurstelling, het is lucht en leegte. Je zult het ergens anders moeten zoeken en dan kom je uit bij de naaste, slachtoffers in het Midden-Oosten, de armen in ons land, het licht van God schijnt op dat pad.

Plaats een reactie