Dat we u nooit naar de mond hebben gepraat

1 Tessalonicenzen 2:1-12 1 ¶  U weet zelf, broeders en zusters, dat ons bezoek aan u niet tevergeefs is geweest. 2  Ondanks de mishandelingen en beledigingen die wij, zoals u bekend is, in Filippi te verduren hadden, vonden we in vertrouwen op onze God de moed u bekend te maken met zijn evangelie. Daarvoor hebben … Lees meer

Zo bent u een voorbeeld

1 Tessalonicenzen 1:1-10 1 ¶  Van Paulus, Silvanus en Timoteüs. Aan de gemeente in Tessalonica, die toebehoort aan God, de Vader, en de Heer Jezus Christus. Genade zij u en vrede. 2 ¶  Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden 3  en gedenken dan voor onze God en … Lees meer

Breek hen af.

Psalm 28 1 ¶  Van David.  U, HEER, roep ik aan, mijn rots, houd u niet doof. Als u blijft zwijgen, word ik een dode met de doden in het graf. 2  Hoor mijn smeekbede als ik u om hulp roep, als ik mijn handen ophef  naar het hart van uw heiligdom. 3  Ruk mij … Lees meer

De eed die hij gezworen had

Lucas 1:67-80 67 ¶  Zijn vader Zacharias werd vervuld met de heilige Geest en sprak deze profetie: 68  ‘Geprezen zij de Heer, de God van Israël, hij heeft zich om zijn volk bekommerd en het verlost. 69  Een reddende kracht heeft hij voor ons opgewekt uit het huis van David, zijn dienaar, 70  zoals hij … Lees meer

Hoe zal het verder gaan met dit kind?

Lucas 1:57-66 57 ¶  Toen de dag van haar bevalling was aangebroken, bracht Elisabet een zoon ter wereld. 58  Haar buren en verwanten hoorden hoe barmhartig de Heer voor haar was geweest, en ze verheugden zich samen met haar. 59  Op de achtste dag kwamen ze het kind besnijden, en ze wilden het Zacharias noemen, … Lees meer

De meest gezegende ben je van alle vrouwen

Lucas 1:39-56 39 ¶  Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, 40  waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. 41  Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld met de heilige Geest 42  en riep … Lees meer

Want gerechtigheid zijn al uw geboden

Psalm 119:169-176 169 ¶  Laat mijn hartenkreet u bereiken, HEER, geef mij inzicht zoals u hebt beloofd, 170  laat mijn smeekbede tot u doordringen, bevrijd mij zoals u hebt toegezegd. 171 ¶  Laten mijn lippen overvloeien van lof, want u onderwijst mij in uw wetten, 172 ¶  laat mijn mond uw woord bezingen, want al … Lees meer

De volgende voorschriften

Numeri 6:13-21 13  Wanneer de periode van het nazireeërschap voorbij is, gelden de volgende voorschriften: De nazireeër moet naar de ingang van de ontmoetingstent gebracht worden, 14  en daar moet hij de HEER een offergave aanbieden: een eenjarige ram zonder enig gebrek als brandoffer, een eenjarige ooi zonder enig gebrek als reinigingsoffer en een volwassen … Lees meer

Zolang zijn nazireeërschap duurt

Numeri 6:1-12 1 ¶  De HEER zei tegen Mozes: 2  ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer een man of vrouw een bijzondere gelofte aflegt om zich als nazireeër aan de HEER te wijden, 3  moet zo iemand zich onthouden van wijn en andere drank. Hij mag ook geen verzuurde wijn drinken, geen andere verzuurde drank en … Lees meer

Mijn woorden schuif je ter zijde

Psalm 50: 16-23 16 ¶  Maar tot wie kwaad doet zegt God: ‘Wat baat het dat je mijn geboden opzegt en mijn verbond in de mond neemt? 17  Je haat het als ik je terechtwijs, mijn woorden schuif je ter zijde. 18  Zie je een dief, je loopt met hem mee, en bij overspeligen ben … Lees meer

De God der goden

Psalm 50:1-15 1 ¶  Een psalm van Asaf. De God der goden, de HEER, gaat spreken en roept de aarde bijeen van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat. 2  Uit Sion, stad van volmaakte pracht, verschijnt God in stralend licht. 3  Hij komt, onze God, en zal niet zwijgen! Laaiend vuur raast voor … Lees meer

In de zesde maand

Lucas 1:26-38 26 ¶  In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, 27  naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria. 28  Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer … Lees meer