Numeri 6:1-12
1 ¶ De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer een man of vrouw een bijzondere gelofte aflegt om zich als nazireeër aan de HEER te wijden, 3 moet zo iemand zich onthouden van wijn en andere drank. Hij mag ook geen verzuurde wijn drinken, geen andere verzuurde drank en geen druivensap, en hij mag geen verse of gedroogde druiven eten. 4 Zolang zijn nazireeërschap duurt, mag hij niets eten dat van de wijnstok afkomstig is, zelfs niet iets dat van de pitten en velletjes gemaakt wordt. 5 Ook mag, zolang zijn nazireeërgelofte geldt, zijn hoofd niet door een scheermes worden aangeraakt; gedurende de hele periode dat hij aan de HEER gewijd is, is hij heilig en moet hij zijn hoofdhaar laten groeien. 6 En zolang hij aan de HEER gewijd is, mag hij niet in de buurt van een dode komen. 7 Zelfs als zijn vader of moeder of zijn broer of zuster sterft, mag hij zich niet verontreinigen door bij hen te komen, want op zijn hoofd draagt hij het teken dat hij aan God gewijd is. 8 Zolang zijn nazireeërschap duurt, is hij aan de HEER gewijd. 9 Maar wanneer zijn hoofdhaar verontreinigd wordt doordat er geheel onverwachts in zijn nabijheid iemand sterft, moet hij zich op de zevende dag reinigen door zijn hoofdhaar af te scheren. 10 Op de achtste dag moet hij de priester, bij de ingang van de ontmoetingstent, twee tortelduiven of twee jonge gewone duiven brengen. 11 De priester moet dan de ene duif als reinigingsoffer opdragen en de andere als brandoffer en zo verzoening voor hem bewerken, omdat hij schuld op zich heeft geladen door in de nabijheid van de dode te komen. Diezelfde dag moet hij zijn hoofd weer heiligen, 12 zich opnieuw voor eenzelfde tijdsduur als nazireeër aan de HEER wijden, en een eenjarige ram als hersteloffer aanbieden. De vorige periode telt niet meer, vanwege de ontwijding van zijn nazireeërschap. (NBV)
Waarom lezen we zo in het begin van de advent ineens een hoofdstuk uit dat rare boek van Nummeri? Daar wordt het volk na de uittocht geteld. In dat boek wordt beschreven hoe het volk en het leger zich moest legeren rond de Tent van de Ontmoeting. Maar wat moeten wij er mee nu ons hart vol verwachting klopt op weg naar de kerstnacht als Jezus wordt geboren. Dat komt omdat in dat verhaal van Kerst dat we in deze advent lezen over boodschappers van God, over Priesters en moeders die allemaal vol vreugde uit de Hebreeuwse Bijbel citeren. Ook uit het boek Numeri. De beroemde Engel Gabriël bijvoorbeeld, die aan Maria kwam vertellen dat ze zwanger zou worden en een bijzonder kind zou krijgen.
Dat verhaal wordt komende zondag in veel kerken gelezen en het is goed om te snappen wat die engel eigenlijk zegt eerst eens iets te lezen uit het boek Numeri. De Engel vertelt namelijk aan Maria dat haar kind apart gezet moet worden als een Nazireër. Het is daarom dat Maria en Jozef acht dagen na de geboorte van Bethlehem naar de Tempel in Jeruzalem gaan.
Er zijn allerlei regels voor de Nazireeër die zijn bijzondere status aangeven. Zo drinkt hij geen alcohol. Om te voorkomen dat hij per ongeluk toch alcohol zou binnenkrijgen mag hij zelfs geen druiven eten. Ook knippen en scheren is er niet bij. Hij mag ook geen doden aanraken, zelfs niet als het om zijn vader en moeder zal gaan. Er is door geleerden wel eens beweerd dat het Nazireërschap van Jezus een grapje van Evangelisten was. Jezus kwam immers uit Nazareth en iemand uit Nazareth zou je in een woordgrapje ook Nazireeër kunnen noemen. Een Nazireër mag immers geen wijn drinken, denk maar aan de bruiloft in Kana. Hij mag immers ook geen dode aanraken, denk maar aan de jongeling bij Nain of het dochtertje van Jaïrus. Wat is de functie van een Nazireër eigenlijk? Hij is Heilig. Dat betekent dat hij rechtstreeks in contact is met het absoluut volmaakte, God zelf. Ook het volk was Heilig, ook de Tempel was Heilig. Daar waar mensen direct contact met God kunnen krijgen wordt het Heilig. Een Nazireër brengt de mensen dus in verbinding met God zelf.
Die verbinding met God leggen vinden we in het verhaal van de bruiloft te Kana. Daar staat nergens dat Jezus zelf van de wijn drinkt. Hij heeft eerder weet van de reiniging die de mensen in verbinding met God brengt. Het water dat nodig is voor de verbinding met God is de beste wijn die je kunt drinken. En die jongeling en dat dochtertje waren niet dood, ze sliepen. Over dat dochtertje moest Jezus dat dan ook hardop zeggen, ze slaapt en toen hij haar wakker had gemaakt vroeg hij de omstanders haar te eten te geven. Nazireërs zijn er altijd geweest. Rechtvaardigen worden ze ook genoemd. En na het Pinksterfeest werden volgens het boek Handelingen ook een aantal Nazireërs volgelingen van Jezus van Nazareth. Als je het Bijbelgedeelte van vandaag goed leest dan snap je misschien ook waarom Jezus zo gemakkelijk kan zeggen dat wie hem gezien heeft ook de Vader heeft gezien. Nazireërs brengen mensen in contact met God, door er te zijn, door hun handelen en hun manier van leven. Ze zijn het levende bewijs dat het volgen van de weg van de God van Israël, de zorg voor de menselijke samenleving, het heb uw naaste lief als uzelfs, ook echt kan. Ze roepen ons dus op ons op die weg te begeven. Dat is niet moeilijk, stel je maar op als dienstmeisje van God.