Deuteronomium 3:18-29
18 Ik heb u toen het volgende opgedragen: ‘De HEER, uw God, heeft u dit land gegeven om het in bezit te nemen. Nu moeten uw weerbare mannen als voorhoede voor uw broeders, het volk van Israël, uit trekken. 19 Alleen uw vrouwen, kinderen en vee-ik weet hoeveel vee u hebt-mogen in de steden blijven die ik u heb toegewezen, 20 totdat de HEER ook uw broeders rust heeft gegeven en ook zij het land in bezit hebben genomen dat de HEER, uw God, hun geeft aan de overkant van de Jordaan. Pas dan mag ieder van u teruggaan naar zijn eigen grond, die hij van mij heeft gekregen.’ 21 Jozua heb ik toen op het hart gedrukt: ‘Jij hebt met eigen ogen gezien wat de HEER, je God, met die twee koningen heeft gedaan. Precies zo zal de HEER doen met alle vorsten die je na de oversteek zult treffen. 22 Wees niet bang voor hen, want het is de HEER, je God, zelf die voor jullie strijdt.’ 23 En ik heb de HEER gesmeekt: 24 ‘HEER, mijn God, U bent begonnen uw dienaar uw grootheid en kracht te tonen. Welke god in de hemel of op aarde kan uw daden en uw macht evenaren? 25 Sta mij toch toe over te steken en dat goede land aan de overkant van de Jordaan te zien, die mooie bergen en de Libanon.’ 26 Maar door uw schuld was de HEER tegen mij in woede ontstoken en Hij weigerde naar mij te luisteren. Hij zei: ‘Genoeg, zwijg hier verder over! 27 Beklim de Pisga en kijk vanaf de top uit naar het westen, het noorden, het oosten en het zuiden. Kijk goed om je heen, want je zult de Jordaan niet oversteken. 28 Draag de leiding over aan Jozua. Bereid hem voor op zijn taak en spreek hem moed in. Hij zal het volk voorgaan en hun het land in bezit geven dat jij zult zien liggen.’ 29 Zo bleven wij in de vallei, ter hoogte van Bet-Peor. (NBV21)
Er staat dat God hen het land heeft gegeven om het in bezit te nemen. Maar het Hebreeuws speelt hier weer eens met woorden. De woorden die hier worden gebruikt kwamen we al tegen in Genesis 2 en 3. Daar wordt de aarde aan Adam gegeven om het in bezit te nemen. Maar dat in bezit nemen betekent ook om te rusten. De aarde moet dus een rustplaats voor de mens worden, een lusthof waarvan genoten kan worden. Natuurlijk genieten van de opbrengst van de aarde. Maar ook al zou de opbrengst achterwege blijven dan blijft er nog genoeg over om van de genieten. In de eerste vier boeken van Mozes kwam zelfs de richtlijn voor om elke zeven jaar het land een jaar rust te geven en te leven van wat er spontaan op groeit. Elke dwang om meer en nog meer te produceren blijft wordt het volk Israël ontnomen. Dat land, en dus ook de opbrengst is bedoeld om te delen. Als dat land dus een rustplaats is geworden voor Ruben, Gad en Machir moeten de weerbare mannen zich verzamelen en onder leiding van Jozua om ook het land aan de overzijde van de Jordaan in bezit te nemen.
Pas als dat is gebeurd dan mogen de mannen van Ruben, Gad en Machir terugkeren naar het land dat hen gegeven is. Vrouwen en kinderen mogen er alvast blijven. Daarom was het ook van belang geweest dat bij de verovering het voedsel niet werd verbrand of vernietigd maar dat ze het voedsel in bezit hadden genomen. Daar kunnen vrouwen en kinderen nu gebruik van maken. Ook hier speelt het delen dus een belangrijke rol. En dan de komende militaire campagne. Dat was tegen die reuzen die de verkenners van de eerste generatie hadden gezien. Nu er waren al reuzen van de Refaïten verslagen en was hun land in bezit genomen. Angst is dus niet nodig. Ook niet voor ons als wij ons willen inzetten voor gerechtigheid, daar waar mensen ten onder dreigen te gaan aan onderdrukking en geweld. Op dit moment klinkt de roep van de Rohingia. Laten we om gehoor voor hen vragen. Oekraïne en Gaza doen ons zo gemakkelijk vergeten.
Rivieren leveren vruchtbare oevers op. Deze ervaring had het land van Egypte beheerst. Het meest vruchtbare deel ligt dan in de delta waar het meeste water langs stroomt en dus de meeste klei af zet. In die delta had Jacob met zijn zonen en zijn en hun huishouden mogen wonen. En geen wonder dat de overvloed aan klei gebruikt zou gaan worden voor het bakken van stenen. De overvloed aan vruchtbaarheid had voor het volk van Israël geleid tot de slavernij. En nu waren ze bevrijdt van de slavernij en hadden ze zich ontworsteld aan het meest onvruchtbare landschap dat je je kunt voorstellen, de woestijn. Het volk staat op het punt om ook de andere oever te gaan veroveren. Het oversteken van de Jordaan zou betekenen dat Israël een uitermate vruchtbaar land in bezit zou krijgen, een land dat overvloeide van melk en honing. Mozes mag niet mee, Jozua kreeg de leiding, hij was het die nooit bang geweest was maar opgeroepen had op God te vertrouwen. Dat mogen wij ook.