Marcus 12:28-37
28 Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat Hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ 29 Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; 30 heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” 31 En daarna komt dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ 32 De schriftgeleerde zei tegen Hem: ‘Inderdaad, meester, wat U zegt is waar: Hij alleen is God en er is geen andere god dan Hij, 33 en Hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.’ 34 Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem: ‘U bent niet ver van het koninkrijk van God.’ En niemand durfde Hem nog een vraag te stellen. 35 Jezus vroeg de mensen bij zijn onderricht in de tempel: ‘Hoe kunnen de schriftgeleerden beweren dat de messias een zoon van David is? 36 Zelf heeft David, sprekend door de heilige Geest, gezegd: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot Ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 37 David noemt Hem Heer, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?’ De talrijke aanwezigen luisterden graag naar Hem. (NBV21)
Wat is dat nu dat “geloven”? Zelfs schriftgeleerden kunnen er mee in de knoop zitten. Ze hadden altijd geleerd dat het zat in het nauwkeurig volgen van alle 163 geboden uit de eerste vijf boeken van de Bijbel. Over het hoe en wanneer van het volgen van die geboden waren lange discussies gevoerd. Uiteindelijk zouden er dikke boeken over worden geschreven. Elke denkbare situatie zou worden verkend en elke denkbare interpretatie van de regels zou onder woorden worden gebracht. Die geboden kwamen van God en aangezien niemand gelijk was aan God werd geen van die interpretaties of toepassingen verworpen. Maar was dat nu geloven in God? Wat is nu het hart van het geloof, wat is de essentie, waar draait het allemaal om en als je die interpretaties en toepassingen in het heden probeert te plaatsen wat is dan je richtsnoer? Ook daar is een antwoord op. Karen Amstrong, die veel over de Bijbel geschreven heeft en tal van godsdiensten heeft onderzocht, komt met de Gouden Regel : Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doet dat ook een ander niet
Als iedereen dat zou doen dan zou het ogenblikkelijk vrede worden. Dat staat inderdaad ook in de Bijbel. Maar Jezus van Nazareth gaat nog een stap verder. Hij plakt twee geboden aan elkaar, het eerste gebod uit de 10 geboden zoals in het boek Deuteronomium te vinden is en de samenvatting zoals die in het boek Leviticus staat. Het begint zoals in het boek Deuteronomium Mozes vertelt dat hij begon te vertellen toen hij het volk de geboden bracht. Hoor Israël, een oproep aan het volk. Die oproep klinkt tot op vandaag de dag door. Telkens weer, dag in dag uit en ontelbare keren per dag wordt het volk Israël opgeroepen hier naar te luisteren. En wij mogen meeluisteren, door Jezus van Nazareth mogen we zelfs meedoen. Het allereerste dat dan gezegd moet worden is dat de God van Israël de enige Heer is. Wie jou ook wat heeft opgedragen of voorgehouden, als het niet van God komt is het van nul en generlei waarde. Want die God moet je immers liefhebben met alles wat in je is, je hart, dus emotioneel, je verstand, dus rationeel, je ziel, dus met je hele persoonlijkheid, maar ook fysiek met al je kracht. Hoe doe je dat dan die God liefhebben? Want een beeld van die God is er niet, een plaats waar hij woont is niet zichtbaar, ja “de hele aarde” zeggen ze: dat is zijn voetenbank.
Dan komt het tweede gebod, de Statenvertaling sprak nog uit dat dit gelijk is aan het eerste gebod, hier staat het één na belangrijkste, maar het is het Heb-Uw-Naaste-Lief-Als-Uzelf. Belangrijker dan deze twee is er niet. Alles is er op gericht geen andere machten macht en gezag toe te kennen op deze aarde dan alleen de God van Israël en alles wat je dus doet, denkt, voelt, in beweging zet en je kracht nodig heeft is gericht op de naaste, de minste bovenal, de armen, de hongerigen, de gevangenen, de lammen en de blinden, de weduwe en de wees. Dat is belangrijker dan alle religieuze rituelen. De Schriftgeleerde noemt er een aantal uit zijn tijd, wij hebben andere maar het Koninkrijk van God zit in die eerste twee geboden. Dat is zo glashelder dat je er verder geen vragen bij hoeft te stellen. Het bevrijdt ons van al die machten en krachten in de wereld die ons voor zichzelf willen gebruiken, die geld, eer, roem en genot aan ons willen verdienen en ons af willen houden van de zorg voor de minsten in de wereld. Het richt ons juist op die minsten. Dat kan en dat mag door Jezus van Nazareth die het ons voorleefde zelfs dwars door de dood heen. Daar mogen we ons vandaag dus ook weer door laten leiden en in beweging zetten. Opstaan dus, voor de minsten, meer is er ook vandaag met al de doden in de Gazastrook niet over te zeggen.