1 Johannes 1:8-2:2
8 Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons. 9 Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van al het onrecht dat wij bedrijven. 10 Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we Hem tot een leugenaar en is zijn woord niet in ons. 1 Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Maar mocht een van u zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige. 2 Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld. (NBV21)
Niemand heeft nooit gezondigd, dus zonde hoeft ons niet te benauwen. De mensen om wie het moet gaan moeten ons iedere keer weer in beweging brengen. Joden in Israel, Palestijnen in de Gazastrook, vluchtelingen in Afrika, hongerenden, gevangenen, uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland, kinderen in onze gevangenissen, boeren in de derde wereld. De lijst kan oneindig worden uitgebreid. Maar elke dag dat we proberen de wereld voor hen een beetje meer op de hemel te laten lijken worden ook wij gereinigd van kwaad.
Wat moet je nu met dat oude gebod uit het Nieuwe Testament zullen veel mensen vragen. Eeuwenlang hebben mensen geroepen dat je je naaste lief moet hebben als jezelf maar kijk eens om je heen. Doe je ogen eens open. Er is toch niemand meer die de naaste lief heeft als zichzelf. Er is toch geen volk dat zich daaraan nog houdt? Een volk als Israël valt de Gazastrook binnen omdat de mensen daar niet boos mogen worden dat er een maanden durende blokkade van alles is geweest. Die Israëli hadden toch zeker met liefde moeten reageren op de woede van hun arme naasten?
Hoe gaan wij om met mensen die onvoldoende papieren hebben om of aan te tonen dat ze vervolgd zijn of onvoldoende papieren hebben om terug naar hun land te kunnen keren? Hoe kan onze belastingdienst zo rot zijn? Het deel van de brief dat we vandaag lezen laat zien dat de vragen terecht zijn. Als de vragen gesteld worden aan de mensen die hun naasten niet lief hebben. Als je er maar van uit gaat dat dat oude gebod het enige is dat de wereld aan vrede kan helpen, dat het echt gaat om in mensen een welbehagen te hebben. Dat heet ook onophoudelijk roepen om gerechtigheid.