Psalm 107:1-9
1 ‘Loof de HEER, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.’ 2 Zo spreken zij die door de HEER zijn verlost, door Hem verlost uit de greep van de vijand, 3 bijeengebracht uit alle landen, uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden. 4 Soms doolden zij door de woestijn, maar een weg in de wildernis, een stad, een woonplaats vonden ze niet. 5 Ze kregen honger en dorst en kwijnden van uitputting weg. 6 Ze riepen in hun angst tot de HEER – Hij heeft hen bevrijd uit vele gevaren, 7 Hij wees hun de rechte weg, de weg naar een stad, een woonplaats. 8 Laten zij de HEER loven om zijn trouw, om zijn wonderen aan mensen verricht: 9 wie dorst had, gaf Hij te drinken, wie honger had, volop te eten. (NBV21)
Vandaag zingen we een lied over bevrijding, over terugkeer naar het land dat je beloofd was. Het land waar ballingen vandaan gehaald waren. Overal waren ze nu vandaan gekomen na de ballingschap. De meeste verhalen voor de Bijbel waren in Babel opgeschreven en tot een verzameling boeken samengevoegd. In Jeruzalem was met de herbouw van de Tempel begonnen. De herontdekking van de richtlijnen voor liefde, recht en rechtvaardigheid was overal in de wereld als een lopend vuurtje rondgegaan. Eindelijk was er weer een reden voor die rare identiteit van die ballingen. In een wereld waarin iedereen achter prachtige godenbeelden aanliep.
In die wereld moesten ze door naar het beloofde land, door landen waar tempels met de meest wondere schoonheid werden gebouwd, waar de meest vreemde rituelen werden uitgevoerd, waar mannen met mannen en vrouwen met vrouwen moesten liggen om de goden tevreden te stellen en de vruchtbaarheid van de landerijen te bevorderen waren ze voortdurend raar aangekeken vanwege hun vreemde gewoonten. Het was niet altijd even eenvoudig geweest om het beloofde land te bereiken. Het land Israël was zelf na de ballingschap tot een wildernis verworden en het was omringt door wildernis en woestijn. Verdwalen doe je dan gemakkelijk.
Letterlijk de weg kwijtraken maar in de woorden van de Psalm mag je ook lezen dat de terugkerende ballingen soms ook op religieus gebied de weg kwijtraakten. De Heidense volken waar ze doorheen trokken hadden grondgebonden goden. Als je veilig door hun gebied wilde trekken moest je die goden gunstig stemmen. En dat was wel heel erg in strijd met de godsdienst van die ballingen. Maar als ze weigerden die vreemde goden te dienen merkten ze dat hun eigen God hen ter hulp kwam. Dat verdwalen overkomt ook ons wel eens. Als we denken dat vrijheid een absolute voorrang betekent voor het eigen gelijk. Als we denken dat we ons ten kosten van alles kunnen verrijken. In dat beloofde land, in ons land dus ook, gaat het om samen delen, samen zorgen voor elkaar. Dan kunnen we deze Psalm elke dag weer zingen.