De volgende voorschriften

Numeri 6:13-21

13  Wanneer de periode van het nazireeërschap voorbij is, gelden de volgende voorschriften: De nazireeër moet naar de ingang van de ontmoetingstent gebracht worden, 14  en daar moet hij de HEER een offergave aanbieden: een eenjarige ram zonder enig gebrek als brandoffer, een eenjarige ooi zonder enig gebrek als reinigingsoffer en een volwassen ram zonder enig gebrek als vredeoffer, 15  verder een mand met ongedesemd tarwebrood, dikke broden, met olijfolie bereid, en dunne ongedesemde broden, met olijfolie bestreken, en de bijbehorende graan- en wijnoffers. 16  De priester biedt dit aan de HEER aan en draagt het reinigingsoffer en het brandoffer voor de nazireeër op. 17  De volwassen ram bereidt hij als vredeoffer ter ere van de HEER en hij biedt daarbij de mand met ongedesemd brood en het bijbehorende graanoffer en wijnoffer aan.18  De nazireeër scheert voor de ingang van de ontmoetingstent zijn hoofdhaar af, het teken van zijn nazireeërschap, en gooit dat in het vuur onder het vredeoffer. 19  Nadat de nazireeër zijn haar afgeschoren heeft, neemt de priester een gekookt schouderstuk van de ram en een dik en een dun ongedesemd brood uit de mand, en legt dit alles op de handpalmen van de nazireeër. 20  De priester biedt het de HEER als offergave aan. Het is heilig en bestemd voor de priester, evenals het borststuk en de rechterachterbout. Daarna mag de nazireeër weer wijn drinken. 21  Dit zijn de voorschriften voor de nazireeër, die op grond van zijn wijding de HEER een offergave verschuldigd is. Volgens de voorschriften met betrekking tot het nazireeërschap moet hij de belofte die hij gedaan heeft nauwkeurig nakomen. Als hij het zich veroorloven kan, mag hij nog meer geven.”’ (NBV)

Alles wat begint moet ook een eind hebben. Zelfs het apart gezet worden voor de God van Israël kent een begin maar ook een einde. En in de afsluiting van het Nazireërschap zit de betekenis van de ontmoetingstent en de offers geborgen. Een nazireër was een bijzonder persoon. De regels van Nummeri gaan er van uit dat ook degene die afgezonderd is voor God mens blijft en zich laat betalen voor de diensten die hij als nazireër verleend. Maar als het apart gezet worden ophoudt dan moet blijken dat ook zoor de Nazireër alles wat uit Gods hand ontvangen is gedeeld moet worden. Het is ontvangen om te delen. De offers bij de Ontmoetingstent en later bij de Tempel zijn er immers niet om de God van Israël in leven te houden. Niet zo lang geleden lazen we uit Psalm 50 dat het volk beter kon ophouden met al dat religieus gedoe.

Het gaat om het delen. Een ram en een ooi, man en vrouw en een volwassen ooi als vredesoffer, alsof je je zelf offert. Een mand met ongedesemd brood, de ongezuurde broden van de bevrijding. En graan om te verbranden en wijn om te plengen. Niets houdt je vast, van niets ben je slaaf. Ook het verbranden van het haar dat in de ingang van de Tent van de Ontmoeting is afgeschoren wijst er op dat de Nazireër tot slot van zijn afgezonderd zijn zichzelf offer. De hele ceremonie die hier beschreven wordt lijkt ook erg op de priesterwijding. Alleen de nakomelingen van Aäron de broer van Mozes konden priester worden, andere Israëlieten konden dat niet. Maar een Nazireeër was apart gezet en ook als hij die status had opgegeven bleef het natuurlijk een bijzonder persoon. Gedurende de hele tijd van het Nazireeërschap was het haar het kenmerkt van de persoon geworden. Geen scheermes zal hij gebruiken staat er aan het begin. Iedereen kan hem dus herkennen.

Die offers die moeten worden gebracht zijn een kostbare zaak. Als je van plan bent ooit op te houden met Nazireeër te zijn moet je dus zorgen voldoende te hebben om de offers te kunnen brengen, alleen wie heeft kan immers delen. Geleerden denken daarom soms dat alleen de rijken zich konden permitteren om Nazireeër te worden. Maar alleen de rijken konden het zich permitteren op te houden met apart gezet te zijn voor de God van Israël. Als armen er voor kozen de geloften van de Nazireeër af te leggen dan liepen ze het risico dat te blijven tot de dood er op volgde. Dat er na het Pinksterfeest met de uitstorting van de Heilige Geest na de dagen van Jezus van Nazereth zich ook Nazireërs aansloten bij de nieuwe beweging van de Weg is dan ook heel bijzonder. Kennelijk waren zij het die herkenden dat de Weg van Jezus van Nazareth de vervulling van hun opgave zou zijn. Iedereen die die weg gaat wordt immers apart gezet voor de God van Israël. We houden op met voor onszelf te leven. Voortaan leven we voor de armen, de zieken, de hongerigen, de vluchtelingen en de gevangenen. Daarvoor hoef je niet gestudeerd te hebben of uit een deftige familie te komen. Je kunt er gewoon elke dag mee beginnen, zelfs als je af en toe naar de kapper blijft gaan.

 

Plaats een reactie