Wie niet met mij is, is tegen mij
Lucas 11:14-26 14 ¶ Hij dreef een demon uit die niet kon spreken. Toen de demon verdreven was, begon de stomme te spreken en de mensenmenigte stond verbaasd. 15 Maar enkelen van hen zeiden: ‘Dankzij Beëlzebul, de vorst der demonen, kan hij demonen uitdrijven.’ 16 Anderen verlangden van hem een teken uit de hemel om … Lees meer