Prediker 4:1-12
1 Ik vestigde mijn aandacht op alle onderdrukking die er is onder de zon en zag de tranen van de onderdrukten. Er is niemand die hen bijstaat. De onderdrukkers onderdrukken hen met harde hand, en er is niemand die hen bijstaat. 2 De doden, meende ik, zijn gelukkiger te prijzen dan de levenden. Zij die al gestorven zijn, zijn beter af dan zij die nog in leven zijn. 3 Maar beter af dan beiden is degene die nog niet geboren is en nog geen weet heeft van het onrecht dat er wordt begaan onder de zon. 4 Ik heb al het gezwoeg gezien, en vastgesteld dat alles wat een mens bereikt het resultaat is van zijn afgunst op een ander. Ook dat is enkel lucht en najagen van wind. 5 Het is waar, een dwaas zit met zijn handen in zijn schoot en kwijnt zo langzaam weg. 6 Maar beter is één hand gevuld met rust dan beide vuisten vol gezwoeg en najagen van wind. 7 Ik vestigde mijn aandacht op nog iets anders onder de zon, en ook dat is leegte. 8 Iemand is helemaal alleen. Hij heeft zelfs geen zoon of broer, maar toch zwoegt hij almaar door en wordt zijn dorst naar rijkdom nooit gelest. Voor wie beult hij zich zo af en ontzegt hij zich de genoegens van het leven? Ook dat is enkel leegte en een trieste zaak. 9 Je kunt beter met zijn tweeën dan alleen zijn, want samen zwoegen loont. 10 Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt. 11 Wanneer je bij elkaar slaapt, geef je warmte aan elkaar, maar hoe krijgt iemand die alleen slaapt het ooit warm? 12 En iemand die alleen is kan zich niet verdedigen wanneer hij aangevallen wordt, maar met zijn tweeën houd je stand. Een koord dat uit drie strengen is gevlochten, is niet snel stuk te trekken. (NBV21)
Dat is dus wat de Prediker zag toen hij keek naar de onderdrukten. De doden zijn nog beter af want die merken niets meer van de ellende, net als de kinderen die nog niet geboren zijn, die kinderen hebben nog geen weet van het onrecht dat er wordt begaan onder de zon. Mensen zijn ook niet begaan met onderdrukten ze zijn alleen bezig met hun eigen gewin stelt de Prediker. Alles wat ze bereiken komt door hun afgunst of jaloezie, als een ander het maar niet beter krijgt. En dat is nu net najagen van wind, want alles wat je voor jezelf najaagt heeft uiteindelijk geen nut, je bent beter af met een handvol rust. Jezus van Nazareth zou er later op wijzen dat je beter een goede maaltijd met armen kunt houden dan met rijken. Die armen zullen je dankbaar zijn en bereid te delen met jou als het jou eens wat minder gaat. Die rijken worden alleen maar jaloers en vernederen je als je niet uitkijkt.
De tijd dat werknemers geen rechten hadden, dat werkoverleg niet verplicht was, dat er geen collectieve arbeidsovereenkomsten waren, dat er geen sociale voorzieningen waren ligt al bijna 100 jaar of meer achter ons. Veel jongeren zijn dan ook geen lid van een bond en misschien dat het lezen van deze passage uit het boek Prediker mensen nog eens aan het denken zet. Sterke vakbonden staan immers sterker in onderhandelingen. Sterke vakbonden zijn immers ook beter in staat op te komen voor de zwakste werknemers. Sterke vakbonden zijn niet voor iedereen een direct persoonlijk voordeel maar zijn ook een uiting van naastenliefde voor mensen die de vakbonden erg hard nodig hebben. De Nederlandse Vakbeweging heeft contacten over de hele wereld. Overal waar werknemers in dezelfde omstandigheden verkeren als de Nederlandse arbeiders 100 jaar en meer geleden wordt ook vanuit Nederland geholpen om nieuwe vakbonden op te richten.
De oprichters van de Nederlandse vakbeweging, die avond aan avond er op uit trokken om hun collega’s te scholen en voor te lichten over de wenselijkheid van de vakbeweging gaven een voorbeeld dat nu in veel landen op de wereld navolging krijgt. Het zou jammer zijn dat het succes van de Nederlandse vakbeweging ook haar ondergang zou betekenen. Als we de raad van Prediker om samenwerking te zoeken en te behouden in de wind zouden slaan verzwakt de vakbeweging en zullen profiteurs, rijken en machtigen, van de zwakte van hun werknemers misbruik maken om zich opnieuw te verrijken en hun werknemers uit te buiten. De strijd voor behoud van verworven rechten, die van tijd tot tijd oplaait, bewijst dat eens te meer. Alleen een koord dat uit drie strengen is gevlochten is niet snel stuk te trekken.