In het dodenrijk worden de goddelozen stil
Job 3:1-26 1 Daarna opende Job zijn mond en vervloekte de dag van zijn geboorte. 2 Hij zei: 3 ‘Laat de dag dat ik geboren ben vergaan, en ook de nacht die zei: “Een jongen is verwekt.” 4 Laat die dag een dag van duisternis worden, laat God in de hemel er geen acht op … Lees meer