Niet te tellen zullen ze zijn

Genesis 32:2-22 2 Jakob trok verder. Plotseling verschenen er engelen van God op zijn weg. 3 ‘Een leger van God!’ riep Jakob uit toen hij hen zag, en hij noemde die plaats Machanaïm. 4 Jakob stuurde boden vooruit naar zijn broer Esau in Seïr, het gebied van Edom, 5 en droeg hun het volgende op: … Lees meer

Daarna ging hij terug naar huis

Genesis 31:36”“32:1 36 ¶  Jakob werd kwaad en eiste verantwoording van Laban. ‘Wat heb ik verkeerd gedaan, ‘viel hij tegen hem uit, ‘wat heb ik misdreven, dat u mij zo hardnekkig hebt achtervolgd, 37  en dat u al mijn spullen hebt doorzocht? Hebt u ook maar iets aangetroffen dat van u is? Leg het dan … Lees meer

Waarom heb je mijn goden gestolen?

Genesis 31:17-35 17 ¶  Toen maakte Jakob zich klaar, tilde zijn kinderen en vrouwen op de kamelen, 18  bracht zijn vee en alle bezittingen die hij had verkregen bij elkaar, alle kudden die in Paddan-Aram zijn eigendom waren geworden, en ging op weg naar zijn vader Isaak in Kanaän. 19  Laban was van huis gegaan … Lees meer

Ga terug naar het land van je voorouders

Genesis 31:1-16 1 ¶  Eens hoorde hij Labans zonen zeggen: ‘Jakob heeft onze vader alles wat hij bezat afhandig gemaakt, al zijn rijkdom heeft hij verworven ten koste van onze vader.’ 2  Ook merkte Jakob dat Laban niet meer zo vriendelijk tegen hem was als voorheen. 3  Toen zei de HEER tegen Jakob: ‘Ga terug … Lees meer

Wij zijn maar knechten

Lucas 17:1-10 1 ¶  Tegen zijn leerlingen zei hij: ‘Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val worden gebracht, alleen: wee degene die daarvoor verantwoordelijk is! 2  Het zou beter voor hem zijn als hij met een molensteen om zijn hals in zee werd geworpen dan dat hij ook maar een van deze geringen ten … Lees meer