Daarna ging hij terug naar huis

Genesis 31:36”“32:1

36 ¶  Jakob werd kwaad en eiste verantwoording van Laban. ‘Wat heb ik verkeerd gedaan, ‘viel hij tegen hem uit, ‘wat heb ik misdreven, dat u mij zo hardnekkig hebt achtervolgd, 37  en dat u al mijn spullen hebt doorzocht? Hebt u ook maar iets aangetroffen dat van u is? Leg het dan hier neer en laat het zien aan mijn en uw verwanten, dan moeten zij maar uitmaken wie van ons beiden in zijn recht staat. 38  Al die twintig jaar dat ik bij u was, hebben uw ooien en uw geiten geen enkele misdracht gehad, nooit heb ik ook maar één ram van uw kudde gegeten. 39  Met de verscheurde dieren ben ik nooit bij u aangekomen: ik moest ze zelf vergoeden. En ook eiste u van mij een vergoeding voor al het gestolen vee, of het nu overdag was gestolen of ‘s nachts. 40  Wat heb ik niet moeten doorstaan? Overdag werd ik bevangen door de hitte, ‘s nachts door de kou, en ik deed geen oog dicht. 41  Twintig jaar ben ik bij u geweest: veertien jaar heb ik voor u gewerkt om uw twee dochters, en zes jaar om uw vee. En u hebt mijn loon keer op keer veranderd. 42  Als de God van mijn vader, de God van Abraham, de God voor wie Isaak diep ontzag heeft-als die God mij niet geholpen had, dan had u mij nu met lege handen weggestuurd. Maar hij heeft gezien wat ik te verduren had en hoe hard ik heb gewerkt, en daarom heeft hij gisternacht rechtgesproken.’ 43 ¶  Toen zei Laban tegen Jakob: ‘Dit zijn mijn eigen dochters, mijn eigen kleinkinderen en mijn eigen dieren; alles wat je ziet is van mij. Hoe zou ik nu mijn eigen dochters iets kunnen aandoen, of de kinderen die zij ter wereld hebben gebracht? 44  Laten we daarom een overeenkomst sluiten en iets zoeken dat voor ons beiden als getuige kan dienen.’ 45  Daarop koos Jakob een steen uit en zette hem rechtop als gedenksteen; 46  hij droeg zijn verwanten op nog meer stenen te verzamelen. Dat deden ze. Ze stapelden ze op en hielden bij die steenhoop een maaltijd. 47  Laban noemde de steenhoop in zijn taal Jegar-Sahaduta, Jakob noemde hem Gal-Ed. 48  ‘Deze steenhoop, ‘zei Laban, ‘is getuige van de overeenkomst tussen jou en mij.’ Daarom kreeg hij de naam Gal-Ed. 49  Een andere naam die hij kreeg was Mispa, want Laban zei daar ook: ‘Moge de HEER toezicht houden op jou en mij wanneer we niet bij elkaar in de buurt zijn. 50  Als jij mijn dochters niet goed behandelt, of als je andere vrouwen neemt en die boven mijn dochters verkiest, zonder dat iemand daar weet van heeft, dan is God getuige van wat jij en ik doen. 51  Deze steenhoop, ‘vervolgde Laban, ‘en deze gedenksteen die ik hier heb neergezet, 52  zijn alle twee getuige van de afspraak dat ik niet met kwade bedoelingen voorbij deze steenhoop naar jou zal komen, en jij niet naar mij. 53  De God van Abraham en de God van Nachor, die ook de God van hun vader was, zal beoordelen wie van ons beiden in zijn recht staat.’ Jakob zwoer een eed bij de God voor wie zijn vader Isaak diep ontzag had. 54  Hij bracht daar in het bergland een offer en riep zijn verwanten op om er een maaltijd te houden. Dat deden ze, en ze overnachtten in het gebergte.1 De volgende morgen vroeg kuste Laban zijn kleinkinderen en zijn dochters, en zegende hen. Daarna ging hij terug naar huis.(NBV)

De relatie tussen Laban en Jacob eindigt in een vredesverdrag. Ze beloofden elkaar niets aan te doen en de vrede te bewaren. Een steenhoop wordt opgericht als getuigenis. Gilead gaat die steenhoop heten, hoop der getuigenis betekent dat, zowel in het Hebreeuws, de taal van Jacob, als het Aramees dat hier als de taal van Laban wordt genoemd. De Nieuwe Bijbelvertaling hanteert hier het aan het Hebreeuws ontleende Gal-Ed, maar dat is nog wel even heel erg wennen. Laban herinnert zich nu ook de God van Abraham die ook de God was van de vader van Abraham van wie ook Laban afstamde. Dat moet volgens de overlevering in de famillie van Laban een machtige God zijn geweest. Jacob was er rijk door geworden en Laban eigenlijk ook.

Jacob had in al die jaren vast ook wel eens verteld van de rijkdom van Izaak, want Izaak had ook ontzag voor die God. Bij die God hoort dat er samen een maaltijd wordt gehouden als teken van vrede. Samen zitten en delen wat je hebt, met vrienden, familie, knechten, vreemdelingen en wellicht zelfs je vijanden. Dat is de manier om conflicten op te lossen en de vrede te bewaren. Dat gaat zo tussen volken, Europa werd ooit verdeeld op een dansfeest in Wenen, maar dat kan ook in buurten wijken en dorpen. Soms worden mensen zo bang voor elkaar gemaakt dat ze vergeten dat gewoon met elkaar praten een heleboel problemen kan oplossen. En als mensen verschillende talen spreken, zoals Jacob en Laban, dan moet je daar wat meer tijd voor nemen en een maaltijd is dan een prima oplossing. Samen eten blijft altijd beter dan samen vechten.

Wij spreken overigens in onze Christelijke traditie gemakkelijk over de “God van Abraham, Izaak en Jacob” Jacob echter spreekt heel uitdrukkelijk over de God van Abraham, voor wie Izaak groot ontzag had. En in de huidige discussie tussen Moslims, Christenen en soms ook Joden moet men voortdurend bedenken dat alle drie de levensovertuigingen zich beschouwen als kinderen van Abraham. Zijn God maakte dat hij uittrok uit Ur der Chaldeeën. Hij nam zijn familie mee, vader, ooms, tantes, halfzusters en noem maar op. Die God had er dus ook voor gezorgd dat Laban in Haran kwam wonen. Abraham was ooit verder getrokken naar Kanaän. Maar  dat land was hem beloofd, hij noch Izaak had het gekregen, en ook Jacob zou het niet in bezit nemen. Op deze manier speelt ook het respect voor voorouders een rol. Voorouderverering is in de Bijbel niet onbekend. Geleerden nemen aan dat het beeldje dat Rachel meesmokkelde was ook bestemd voor voorouderverering. Godsdiensten hoeven er dus niet hetzelfde uit te zien om toch dienst aan de God van Israël te zijn.

Plaats een reactie