Hoe ze mijn volk hoonden

Sefanja 2:4-15 4 Gaza zal verlaten zijn, Askelon een woestenij, Asdod wordt midden op de dag ontvolkt, Ekron ontworteld. 5 Wee jullie, bewoners van de kustvlakte, Kretenzers! De HEER spreekt zich uit tegen jou, Kanaän, land van de Filistijnen! Ik zal je te gronde richten, met al je bewoners. 6 De kustvlakte wordt grasland, met … Lees meer

Een dag van hoorngeschal

14 De grote dag van de HEER is nabij, hij is nabij en komt zeer snel. Hoor! De dag van de HEER! Zelfs de dappersten schreeuwen het uit! 15 Die dag zal een dag zijn van razernij, een dag van angst en benauwdheid, een dag van verderf en verwoesting, een dag van duisternis en donkerte, … Lees meer

Van de aardbodem

Sefanja 1:1-13 1 Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Sefanja, de zoon van Kusi, de zoon van Gedalja, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, toen Josia, de zoon van Amon, in Juda regeerde. 2 Alles zal Ik van de aardbodem wegvagen – spreekt de HEER. 3 Mens en dier zal … Lees meer

Pas op, wees waakzaam

Marcus 13:24-37 24 Maar in de dagen na de verdrukking zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, 25 de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. 26 Dan zal men de Mensenzoon zien komen op de wolken, bekleed met grote macht en luister. 27 Dan … Lees meer

Niet in de winter

Marcus 13:14-23 14 Wanneer jullie de “verwoestende gruwel” zien staan waar hij niet hoort (lezer, begrijp dit goed), dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten; 15 wie op het dak van zijn huis is moet niet beneden nog iets gaan halen, 16 en wie op het land is moet niet naar huis gaan … Lees meer

Het goede nieuws

Marcus 13:3-13 3 Toen Hij op de Olijfberg was gaan zitten, tegenover de tempel, en Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas alleen met Hem waren, stelde Petrus Hem de vraag: 4 ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we herkennen dat het zover is?’ 5 Jezus antwoordde: ‘Pas op dat niemand … Lees meer

U bent goden

Johannes 10:31-42 31 Toen de Joden weer stenen opraapten omdat ze Hem wilden stenigen, 32 zei Jezus: ‘Ik heb door de Vader veel goeds voor u gedaan; om welke goede daad wilt u Me stenigen?’ 33 ‘Voor een goede daad zullen we U niet stenigen,’ antwoordden ze, ‘maar wel voor godslastering: U bent een mens, … Lees meer

De Vader en Ik zijn één

Johannes 10:22-30 22 In Jeruzalem werd het feest van de Tempelwijding gevierd; het was winter. 23 Jezus liep in de tempel, in de zuilengang van Salomo. 24 Daar kwamen de Joden om Hem heen staan, en ze vroegen Hem: ‘Hoe lang houdt U ons nog in het onzekere? Als U de messias bent, zeg het … Lees meer

Wat op de hele wereld de gewoonte is

Genesis 19:30-38 30 Omdat Lot niet in Soar durfde te blijven, verliet hij die plaats en ging in de bergen wonen, samen met zijn twee dochters. Daar woonden ze met elkaar in een grot. 31 Op een dag zei de oudste dochter tegen de jongste: ‘Onze vader is al oud, en er is in dit … Lees meer

U bewijst mij een grote weldaad

Genesis 19:15-29 15 Zodra het licht begon te worden zetten de engelen Lot aan tot spoed: ‘Vlug, ga hier weg met uw vrouw en uw twee dochters, anders komt u om vanwege de misdrijven die in deze stad zijn begaan.’ 16 Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters … Lees meer

We willen ze nemen!

Genesis 19:1-14 1 De twee engelen kwamen ’s avonds in Sodom aan. Lot zat juist in de stadspoort. Zodra hij hen zag stond hij op, ging hun tegemoet en boog zich diep voor hen neer. 2 ‘Heren,’ zei hij, ‘komt u toch mee. Het huis van uw dienaar staat voor u open; overnacht daar en … Lees meer

De plaats waar hij woonde

Genesis 18:16-33 16 Toen de mannen weer verdergingen, lieten ze hun blik op Sodom rusten. Abraham liep met hen mee om hun uitgeleide te doen. 17 De HEER dacht: Waarom zou Ik voor Abraham geheimhouden wat Ik van plan ben? 18 Uit Abraham zal immers een groot en machtig volk voortkomen, en in hem zullen … Lees meer