Spreuken 25:1-10
1 Hier volgen andere spreuken van Salomo, die de dienaren van koning Hizkia van Juda hebben gekopieerd. 2 Eer aan God, omdat Hij dingen verbergt, eer aan de koning, omdat hij dingen doorziet. 3 Zo peilloos hoog als de hemel, zo peilloos diep als de aarde, zo peilloos is het hart van een koning. 4 Als het zilver van onzuiverheden is ontdaan, maakt de edelsmid een prachtige vaas. 5 Als de koning zich ontdoet van goddelozen, schraagt gerechtigheid zijn troon. 6 Gedraag je niet aanmatigend in aanwezigheid van de koning, ga niet op de plaats van een voornaam persoon staan. 7 Het is beter dat de koning je naar voren roept dan dat hij je plaats laat maken voor een edelman. Als je denkt dat iemand iets misdaan heeft, 8 sleep hem dan niet overijld voor het gerecht. Wat zou je moeten doen als hij je te schande maakt? 9 Als je een rechtsgeding met iemand hebt, breng dan niet te berde wat jou in vertrouwen is verteld. 10 Als men daarvan hoort, word jij te schande gemaakt en breng je jezelf in opspraak. (NBV21)
Vandaag beginnen we te lezen in een verzameling spreuken zoals die verzameld zijn tijdens de regering van Koning Hizkia. Ze worden toegeschreven aan Koning Salomo omdat volgens de overlevering Koning Salomo nu eenmaal de meest wijze Koning van Israël is geweest. Waarom? Omdat onder deze koning geen oorlog werd gevoerd. Daarom werd Israël onder zijn regering rijk, kon er onder zijn regering een Tempel in Jeruzalem worden gebouwd, kwamen onder de regering van Salomo koningen en geleerden uit alle delen van de wereld naar Jeruzalem. Spreuken uit de tijd van Koning Salomo hadden dan ook een bijzondere betekenis. De verzameling waar we vandaag in beginnen te lezen bestaat eigenlijk uit onderwijzingen. Hoe gedraag je je als volgeling van de God van Israël.
Wat moet je dan doen en wat wordt er van je verwacht. Onder Koning Hizkia was het hard nodig om dat opnieuw te leren. Het volk was afgedwaald van de leer van de God van Israël. Er werden vreemde goden gediend, vooral vruchtbaarheidsgoden. Maar toen Hizkia op 25 jarige leeftijd koning van Israël werd hervormde hij de godsdienst van het land. Hij verwijderde de offerplaatsen, verbrijzelde de gewijde stenen, haalde de Asjerapalen omver en sloeg de koperen slang die Mozes gemaakt had in stukken omdat de Israëlieten de gewoonte hadden voor deze slang wierook te branden. Terug naar de leer van heb uw naaste lief als uzelf. Naar een regering van recht en gerechtigheid.
En over dat recht en die gerechtigheid gaat het om te beginnen vandaag. De Koning was de hoogste rechter en die wordt hier als voorbeeld gesteld. Alle rechters worden geacht op te treden zoals de Koning. In de eerste plaats vraagt een rechtvaardige rechtspraak zorgvuldig onderzoek. Zelfs in onze dagen blijkt nog wel eens dat ondanks de schijn van zorgvuldig onderzoek er sprake kan zijn van ernstige dwalingen. De eerste verzen zeggen dan ook dat een rechter eigenlijk niet genoeg onderzocht kan hebben om tot een oordeel te komen. En wil je dan iets in te brengen hebben gedraag je dan bescheiden. Dat is een advies aan mensen die iets in willen brengen maar ook aan rechters. Zij moeten dus niet afgaan op mensen die zichzelf geweldig belangrijk en geleerd vinden, die zelf op de plaats van een voornaam persoon gaan staan.