Psalm 30
1 Een psalm. Een lied bij de inwijding van de tempel. Van David. 2 Hoog wil ik U prijzen, HEER, want U hebt mij gered en mijn vijand geen reden gegeven tot vreugde. 3 HEER, mijn God, ik riep U te hulp en U hebt mij genezen. 4 HEER, U trok mij uit het dodenrijk omhoog, ik daalde af in het graf, maar U hield mij in leven. 5 Zing voor de HEER, u die Hem trouw bent, loof zijn heilige naam. 6 Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang. Met tranen slapen we ’s avonds in, ’s morgens staan we juichend op. 7 In mijn overmoed dacht ik: Nooit zal ik wankelen. 8 HEER, U had mij lief en ik stond als een machtige berg, U verborg uw gelaat en ik bezweek van angst. 9 U, HEER, roep ik aan, U, Heer, smeek ik om genade. 10 Wat baat het U als ik sterf, als ik afdaal in het graf? Kan het stof U soms loven en getuigen van uw trouw? soms loven en getuigen van uw trouw? 11 Luister, HEER, en toon uw genade, HEER, kom mij te hulp. 12 U hebt mijn klacht veranderd in een dans, mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld. 13 Mijn ziel zal voor U zingen en niet zwijgen. HEER, mijn God, U wil ik eeuwig loven. (NBV21)
Vandaag zingen we met de kerk een Psalm mee met een politieke geschiedenis. Want de Psalm begint met het opschrift : ” Een lied bij de inwijding van de tempel”. In de Statenvertaling stond nog ” een lied der inwijding van Davids huis.” Voor beide vertalingen is wel wat te zeggen. In het Hebreeuws staat letterlijk “voor de inwijding van het huis, van David” En staat die Nederlandse komma er nu wel of niet? Een Psalm gemaakt door David is niet zo vreemd. En in de Bijbel gaat het toch steeds over het Huis des Heren, dat is de Tempel. Zo is door de Rabbijnen door de eeuwen heen ook deze psalm uitgelegd en die uitleg was voor de vertalers van de Nieuwe Bijbelvertaling doorslaggevend. Maar er waren ook steeds uitleggers die vonden dat de Psalm gemaakt was toen David Koning was en het geslacht van David, het huis van David in koningstermen, een begin maakte, probleem is dat Salomo de tempel bouwde en David toen al lang dood was.
Ook Jezus van Nazareth behoorde tot het huis en het geslacht van David vertelt het Evangelie van Lucas ons. En in het onderscheid tussen het Huis des Heren en het Huis van David krijgt de geschiedenis van de Psalm een politiek tintje. Want wie beschouwen wij als onze hoogste Heer. Koning Willem-Alexander met zijn nieuwe kabinet, of de God van Israël Als we de regering als hoogste gezag beschouwen moeten we die maar gehoorzamen en ons neerleggen bij de gang van zaken. Maar als we de God van Israël als hoogste gezag aanvaarden moeten we stem geven aan de stemlozen, aan de minsten, de hongerigen, de naakten, de gevangenen, de zieken en de zwakken. Dan moeten we dus onophoudelijk blijven vragen waarom er meer nadruk gelegd wordt op de aanschaf van peperdure gevechtsvliegtuigen en je zelden iets hoort over het oplossen van de voedselcrisis in de armste landen van de wereld.
Dan moet je dus vragen waarom er in ons land wordt getolereerd dat bevolkingsgroepen tegen elkaar opgezet worden omdat ze verschillend zouden geloven, of omdat ze in een God geloven. Het is duidelijk dat deze Psalm in elk geval oproept om de God van Israël te loven en hem te vertrouwen als het gaat om de zaken van leven en dood. Koning David wordt in de Bijbel dan ook vaak als symbool voor de Godsgetrouwe bestuurder genoemd. Een koning die vrede bracht in het land en gerechtigheid betrachtte. Als wij een keus moeten maken tussen de inwijding van de Tempel of het Huis van David dan maakt dat voor ons niet veel uit. In de Tempel werden immers de richtlijnen voor de menselijke samenleving bewaard, samengevat in het heb uw naaste lief als uzelf en van het Huis van David wordt juist van die richtlijnen de toepassing door de regering verwacht. Door het zingen van deze Psalm geven wij daar vandaag stem aan, stem voor de minsten op aarde en het vertrouwen dat dat lijden voorbij zal gaan. Laat die nieuwe regering deze psalm maar eens zingen als ze beëdigd zijn.