Jij zult het er levend afbrengen.
Ezechiël 33:1-9 1 ¶ De HEER richtte zich tot mij: 2 ‘Spreek, mensenkind, zeg tegen je volksgenoten: “Als ik het zwaard op een land afstuur, en het volk dat daar woont heeft iemand als wachter aangesteld, 3 en die wachter ziet het zwaard op het land afkomen en blaast op de ramshoorn om het volk … Lees meer