De woning van rechtvaardigen zegent hij.

Spreuken 3:27-35

Ja het eindigt mooi dit Bijbelgedeelte, wijzen verwerven eer, dwazen torsen schande. En die dwazen zouden dan mensen moeten zijn die eerst aan zichzelf denken en dan aan de ander en of die ander hen nog wat zou kunnen opleveren. Als je om je heen kijkt dan lijkt het toch de omgekeerde wereld wat hier door de Spreukendichter wordt beweerd. De mensen die in de eerste plaats voor zichzelf zorgen, die gaat het voor de wind. De arme drommels die zonder verdere beloning zieken verzorgen, gehandicapten helpen en zo die komen er soms net af met een mantelzorgcompliment maar lopen nog meer de kans om straks verplicht te worden vrijwillig hun zorgtaken uit te voeren omdat het voor de rijken toch een beetje te duur wordt om bij te dragen in de stijgende zorgkosten van de samenleving als geheel. De verzorgings en verpleegtehuizen worden nu al massaal gesloten zodat de kinderen van ouderen en gehandicapten, en de buren en de diakenen en de leden van de kerken, de taken gratis overnemen van hen die er voor geleerd hadden en betaald werden.

Tot die rijken spreekt de Spreukendichter dan ook allereerst. Onthoud de ander niet waarop hij recht heeft terwijl je het hem geven kunt staat er om te beginnen. In het Hebreeuws staat er uitdrukkelijk “het goed” dus zeer materieel gedacht, dus als belasting bijna. En heeft de arme recht op een deel van het bezit van de rijke? Volgens de Bijbel wel, het heet de ander recht doen, een mens tot zijn of haar recht laten komen, de ander in staat stellen zich zo te ontplooien dat die ander een nog waardevoller bijdrage aan de samenleving kan vormen. Dat geldt ook voor de ouderen die zonder hulp niet thuis kunnen blijven wonen. Pas gespecialiseerde goed opgeleide hulp, thuis of in het verzorgingstehuis, stelt de oudere in staat de talenten die er nog zijn ook werkelijk te gebruiken. Heel vaak bloeien mensen op als ze samen wonen in een tehuis. Maar in onze samenleving tellen niet de noden van de zwakken maar wordt de zorg voor de minsten als een last benoemd, terwijl belasting betalen voor de zorg een eer zou moeten zijn, je kunt mensen weer mee laten doen, dat mag wat kosten toch?

Wie niets meer kan, of niets meer heeft kan alleen vertrouwen op een ander. Het is goedkoop als kerken je dan voorhouden dat je moet vertrouwen op God. Op God hoef je niet te vertrouwen, die vertrouwt op jou. Die vertrouwt er op dat je de minsten in de samenleving recht wil doen, dat je wil bijdragen aan de zorg. Letten op elkaar. luisteren naar elkaar, stimuleren van elkaar, het gebeurd in zoveel verzorgingstehuizen door mensen die hulp nodig hebben onderling. Ook van veel daklozen is bekend hoe ze elkaar onderling weten te helpen, te steunen en te stimuleren. Wie echt wil meeleven met de minsten in de samenleving weet dat je van meeleven en delen een stuk rijker wordt, je leven wordt niet langer gevuld met dode voorwerpen als auto’s, boten, computers en tvtoestellen, maar je leven wordt gevuld met levende mensen. Die omgekeerde wereld is er dan ook in Gods ogen. Als je weet te kijken met Gods ogen, als je de naaste werkelijk weet te zien dan zie je dat de wijzen die de Weg van de God van Israël gaan geëerd moeten worden en dat die mensen die alleen maar uit zijn op dode voorwerpen schandalig dwaas zijn. Elke dag worden we weer geroepen die weg naar de minsten te gaan, ook vandaag weer.

Plaats een reactie