Spreuken 4:13-26
We worden vandaag door de Spreukendichter gewaarschuwd. We moeten niet de weg gaan van de goddelozen maar de Weg kiezen van de God van Israël. Over die laatste weg hebben we het hier vrijwel dagelijks, maar wat is dan de weg van de goddelozen? In onze dagen mogen we ons ook wel even afvragen wat goddelozen zijn. In de Bijbel worden daarmee niet de mensen bedoeld die niet in de God van Israël geloven, dat zijn de Heidenen en dat zijn er altijd zeer veel. Er is maar een klein volk uitgekozen om te laten zien wat het volgen van de God van Israël zou kunnen betekenen. En als de Heidenen dat zien dat besluiten ook die volken om de God van Israël te gaan volgen. De goddelozen zijn zij die eigenlijk de daden van de God van Israël zichtbaar hadden moeten maken maar in werkelijkheid het tegendeel laten zien. En daarvoor worden we gewaarschuwd want zo makkelijk kan woede, hebzucht, eerzucht, zucht naar macht ook ons overnemen en tot daden drijven die het tegendeel zijn van wat God de mensen wil laten zien.
De weg van de God van Israël is de weg van de Liefde, van de ene mens naar de minsten, de mensen die de liefde het meest nodig hebben. Van de goddelozen gaat geen echte weg uit, zij blijven steken in eigenliefde. Nu hebben we de liefde in ons spraakgebruik neergelegd in ons hart. In het negentiende eeuws spraakgebruik dat je nog wel een van kerken kunt horen klinkt het dan ook dat je je hart aan de Heer, of aan Jezus, moet geven. Zonder uitleg slaat die oproep verder nergens op, maar als je weet dat de oproep om over je hart te waken zoals die hier aan de waarschuwing tegen de weg van de goddelozen is verbonden, te maken heeft met Liefde dan wordt het duidelijk. De tekst om over je hart te waken wordt ook vaak in huwelijksvieringen gebruikt en het huwelijk staat in de Bijbel vaak als voorbeeld voor de verhouding tussen God en mensen, ze houden van elkaar. Mensen drukken die liefde voor God uit in de liefde die ze hebben voor de minsten in de samenleving.
Je kunt het toch niet hebben dat je geliefde wordt gemarteld en onderdrukt. Je kunt het toch niet hebben dat je geliefde geweld wordt aangedaan, dat je geliefde honger moet lijden of dreigt om te komen van de dorst. Je kunt het toch niet hebben dat je geliefde bij ziekte onverzorgd blijft, in hoge ouderdom zonder steun. En als je geliefde sterft dan verdient je geliefde een goede begrafenis. Je geliefde onschuldig in een gevangenis zien is toch onverdraaglijk? Over je hart waken is dus je afvragen hoe het zou zijn als dat wat je erg of zielig vind voor een ander ook je meest geliefde zou overkomen, zou je dan in beweging komen? En als het jezelf zou overkomen wat zou je dan willen dat je geliefde voor jou zou doen. Op die manier wijst de Liefde je de Weg van de God van Israël, want op die Weg is al je handelen voortgekomen uit Liefde, liefde voor je naaste, voor de minste waar je naast bent gaan liggen om te ontdekken wat die nodig heeft. Soms een vermanend woord, soms een waarschuwing, soms een uitgestoken hand, soms een schreeuw naar de overheid om recht en gerechtigheid, soms eten of drinken, soms een huis en een haard om zich bij te warmen. Elke dag mogen we die weg gaan, elke dag mogen we ons opnieuw op die weg begeven, met God die met ons gaat, ook vandaag.