Met geheven handen bidden

1 Timoteüs 2:8-15

De schrijver van de brief aan Timoteüs is echt een man, met alle vooroordelen die mannen zoal kunnen hebben. Het begint al met het bidden. Zonder wrok of onenigheid. Lang hebben uitleggers van de Bijbel zich afgevraagd waarom dat er bij moest staan. Maar het is nodig om het verhaal over vrouwen kwijt te kunnen. Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus. Mannen strijden en voeren oorlog, zijn altijd in competitie, vrouwen verleiden, zijn er altijd op uit om de mooiste gevonden te worden. In onze dagen is er een mooi boek over verschenen. Fictie en geen feitelijk boek, maar waar je je op een zwoele zomeravond zeer mee kan vermaken. Zoals mannen dus afstand moeten doen van hun strijdvaardig gedrag moeten vrouwen afstand doen van hun verleidelijk gedrag. Had de schrijver van de brief aan Timoteüs het hier nu maar bij gelaten. Dat deed hij niet want hij had ook nog de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel, die vertaling wordt in het hele Nieuwe Testament rijkelijk geciteerd. Daar wordt voor het eerst een rangorde tussen mannen en vrouwen gemaakt die er in de oorspronkelijke tekst niet staat. Adam betekent mens en nergens staat dat het een man was, pas toen de mens niet meer alleen mocht blijven schiep God een partner en dat werd een man en een vrouw, beiden werden immers veranderd, beiden werden partner voor elkaar. In het boek Genesis staat overigens ook dat God de mens schiep, mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen. Mars en Venus zijn in mannen en vrouwen vertegenwoordigd volgens de Bijbel. Paulus zou zeggen dat er in Christus geen man noch vrouw was. Toch waren in de Heidense omgeving waarin Timoteüs werkte een aantal regels niet overbodig. Timoteüs werkte in Efeze en dat was het centrum van de aanbidding van de godin Diana. In de godsdienst voor Diana speelde verleiding een zeer belangrijke rol. Dat de mannen en vrouwen van de Christelijke gemeente er op moesten letten niet verward te worden met een eigen manier om Diana te aanbidden was duidelijk. Binnen die Christelijke gemeente speelde verleiding geen rol. Dat mannen met geheven handen moesten bidden gaat misschien zelfs terug op Jezus van Nazareth die een hekel had aan gebeden in het openbaar. Gebeden op de hoeken van de straten zijn bij hem al helemaal niet aan de orde, maar ook de gebeden in Tempel en synagoge worden op de hak genomen als de een zich beter voordoet dan de ander in zijn gebed. Jezus van Nazareth beveelt zijn volgelingen om in hun binnenste binnenkamer te gaan en daar te bidden om hun dagelijks brood. En bij het dagelijks brood horen ook geen opzichtige haardracht, dure kleding, goud of parels. Niet voor vrouwen maar ook niet voor mannen dus. En met opgeheven handen bidden maakt ook dat je je afwend van je omgeving, je als het ware opsluit, je bidt niet voor je omgeving, maar voor en tot God. Per tijd en per cultuur zal het gedrag van mensen verschillen. Tijdloos is de oproep om als je twee mantels hebt er één weg te geven aan degene die er geen heeft. Die oproep geld voor mannen en vrouwen, de goede daden gelden niet alleen voor vrouwen. Maar het gaat niet alleen om mantels. In Efeze was het kennelijk nodig nog eens te benadrukken dat in die cultuur ook vrouwen moesten laten zien bij die beweging te horen. Dat geld ook voor ons, ook wij moeten dat laten zien. Wij doen dat door ons aan te sluiten bij voedselbanken, wereldwinkels, schrijfgroepen van Amnesty, steungroepen voor projecten in de derde wereld en al die andere bewegingen die van deze wereld een betere wereld willen maken. Dat is de Weg van Jezus van Nazareth.

Plaats een reactie