Dan stuur ik steekvliegen

Exodus 8:16-28

We hebben gisteren muggen gehad en vandaag steekvliegen. Zit daar veel verschil in? Voor ons niet maar dat komt eerder door ons onvermogen om zuiver te vertalen dan door onduidelijkheden in het verhaal. Gisteren was het stof dat tot leven kwam in wriemelende en kriebelende beestjes, vandaag komt er een mengsel van insecten dat een aanval doet op de mensen, steekvliegen is daar een goed Nederlands woord voor, maar de Naardense Bijbel gebruikt het woord hondsvlieg, de Statenvertaling had het nog gewoon over ongedierte. Neem de vertaling die je leest dus niet te letterlijk en denk dus niet dat je bij redeneringen een vertaling kan gebruiken om je gelijk te bewijzen. Wat vandaag belangrijk is dat is de onderstreping in de boodschap die Mozes en Aäron namens God moeten brengen van het feit dat al die plagen het land Gosen waar de Hebreeën wonen niet treffen. Het gaat immers uiteindelijk om de bevrijding van de slaven. En nood leert bidden, zelfs de farao leert onder grote nood bidden. En als je overal waar je ook bent, in je huis, in je paleis, op het land, buiten in de stad, wordt aangevallen door venijnige vliegbeestjes dan wil je wel. Deze plaag brengt grote schade toe aan het land lezen we. Dat moet je niet te licht opnemen. In het Hebreeuws worden dezelfde woorden gebruikt als voor de zondvloed toen er stond dat de aarde verdorven was. De ellende die door deze plaag wordt aangericht doet de farao eindelijk toegeven. De Hebreeën mogen tot hun God offeren, maar moeten in Egypte blijven. Dat is natuurlijk niet wat er is gevraagd, Mozes wilde drie dagen de woestijn in om daar te gaan offeren. En dan grijpt Mozes terug op het verhaal over Jozef. Toen die met zijn broers ging eten staat er dat ze dat apart deden omdat samen eten met Hebreeën voor de Egyptenaren afschuwelijk was. Kennelijk waren de etensgewoonten van de beide volkeren wel heel verschillend. En verschillende culturele gewoonten bepalen tot in onze dagen de angsten die volken voor elkaar kunnen hebben, zelfs in ons eigen land geld dat voor grote groepen. Soms is het goed daar respect voor op te brengen en voor Mozes is het een handige reden om gedaan te krijgen wat hij wil. Hij belooft zelfs voor de farao te bidden. Daarop krijgt hij toestemming te vertrekken met zijn volk. Maar mogen ze ook gaan? Zodra de aanval van steekvliegen voorbij is klinkt het oude liedje weer. Werken zullen jullie, als slaven in Egypte. De farao verzwaarde zijn hart staat er steeds. Het is hebzucht en zucht naar macht, want anders kun je het niet verklaren. De baas zijn over slaven, hoe bang je ook voor ze bent, het aanleggen van voorraadsteden, hoe rijk je ook al bent, is altijd beter dan moeten toegeven dat je zwakker bent, dat je eigenlijk gelijk bent aan je slaven. Daarom houden zo veel mensen ook vast aan hun angst voor die vreemdelingen onder ons met hun andere geloof en hun andere gewoonten. Als je immers toegeeft dat ook zij wel eens iets goeds kunnen hebben moet je immers je eigen gewoonten gelijk stellen. Als je jezelf het beste vindt is dat wel heel erg moeilijk. Toch is dat wat God van de farao vraagt, dus ook van ons vandaag. En van ons wordt zelfs gevraagd ons in te zetten voor de vreemdelingen onder ons en te verkondigen dat er geen enkele reden is ons voor hen te vrezen.

Plaats een reactie