Een aantal flinke stenen

Jeremia 43:1-13 1 Nauwelijks had Jeremia deze woorden waarmee hij door de HEER, hun God, naar hen gezonden was, gesproken 2 of Azarja, de zoon van Hosaäja, Jochanan, de zoon van Kareach, en de andere eigengereide Judeeërs zeiden tegen hem: ‘U liegt. De HEER, onze God, heeft u niet gezonden met de boodschap niet naar … Lees meer

Daar gaan wij wonen

Jeremia 42:13-22 13 Maar als jullie zeggen: “Wij blijven niet in dit land,” als jullie de HEER, jullie God, niet gehoorzamen, 14 maar zeggen: “Wij gaan toch naar Egypte, waar wij geen oorlog zullen meemaken, geen hoornsignalen zullen horen, geen honger zullen lijden; daar gaan wij wonen,” 15 luister dan naar de woorden van de … Lees meer

Ik zal niets achterhouden.

Jeremia 42:1-12 1 De bevelhebbers van het leger, onder wie Jochanan, de zoon van Kareach, en Jezanja, de zoon van Hosaäja, kwamen met de andere Judeeërs, van jong tot oud, naar de profeet Jeremia 2 en zeiden tegen hem: ‘Wij smeken u om voor ons, overlevenden, tot de HEER, uw God, te bidden, want zoals … Lees meer

Ze maakten rechtsomkeert

Jeremia 41:11-18 11 Toen Jochanan, de zoon van Kareach, en de andere bevelhebbers van het leger hoorden welke misdaad Jismaël, de zoon van Netanja, had begaan, 12 gingen ze hem met hun soldaten achterna. Ze haalden hem in bij het grote waterbekken van Gibeon. 13-14 De mensen die door Jismaël uit Mispa als gevangenen waren … Lees meer

Dood ons niet

Jeremia 41:1-10 In de zevende maand kwam Jismaël, de zoon van Netanja, de zoon van Elisama, een hoge ambtenaar die tot de koninklijke familie behoorde, samen met tien mannen naar Mispa om Gedalja te bezoeken, de zoon van Achikam, de zoon van Safan. Terwijl ze een maaltijd hielden, 2 sprongen Jismaël en de tien mannen … Lees meer

Tussen leeuwen

Psalm 57 1 Voor de koorleider. Op de wijs van Verdelg niet. Van David, een stil gebed, toen hij voor Saul was gevlucht in een spelonk. 2 Wees mij genadig, God, wees mij genadig, want bij U is mijn leven geborgen. In de schaduw van uw vleugels zal ik schuilen, tot het doodsgevaar is geweken. 3 … Lees meer

Geen sprake van

Jeremia 40:7-16 7 De bevelhebbers van het leger en de manschappen die zich nog schuilhielden, hoorden dat de koning van Babylonië Gedalja, de zoon van Achikam, tot gouverneur had aangesteld en dat hij hem had belast met de zorg voor een deel van de armsten van het land, mannen, vrouwen en kinderen die niet als … Lees meer

Uw boeien maak ik los

Jeremia 40:1-6 1 De HEER richtte zich tot Jeremia nadat Nebuzaradan, de commandant van de lijfwacht, hem in Rama had vrijgelaten. Hij had Jeremia daar geboeid aangetroffen onder de ballingen van Jeruzalem en Juda, die naar Babel zouden worden gevoerd. 2 De commandant van de lijfwacht nam Jeremia apart en zei: ‘De HEER, uw God, … Lees meer

Ik zal je laten ontkomen

Jeremia 39:11-18 11 Met betrekking tot Jeremia gaf koning Nebukadnessar van Babylonië aan Nebuzaradan, de commandant van zijn lijfwacht, de volgende opdracht: 12 ‘Neem hem onder je hoede, doe hem geen kwaad, maar willig zijn wensen in.’ 13 Nebuzaradan, de commandant van de lijfwacht, Nebusazban, de rabsaris, Nergal-Sareser, de rabmag, en de andere hoge ambtenaren … Lees meer

De allerarmsten

Jeremia 39:1-10 1 – in het negende regeringsjaar van koning Sedekia van Juda, in de tiende maand, kwam koning Nebukadnessar van Babylonië met heel zijn leger bij Jeruzalem aan en sloeg het beleg voor de stad; 2 en op de negende dag van de vierde maand van het elfde regeringsjaar van Sedekia werd er een … Lees meer

Wij zegenen u

Psalm 129 1 Een pelgrimslied. Dikwijls werd ik gekweld, van mijn jeugd af aan, – Israël, blijf het herhalen – 2 dikwijls werd ik gekweld, van mijn jeugd af aan, maar gebroken hebben ze mij niet. 3 Ze trokken hun ploeg over mijn rug en maakten lange voren, 4 maar de HEER, die rechtvaardig is, … Lees meer

Dat zal niet gebeuren

Jeremia 38:14-28 14 Op een dag liet koning Sedekia de profeet Jeremia opnieuw bij zich komen, in het derde poortgebouw van de tempel. Hij zei tegen hem: ‘Ik wil weten of de HEER gesproken heeft. Verzwijg niets voor me.’ 15 ‘Als ik het u vertel,’ antwoordde Jeremia, ‘zult u me laten doden; en als ik … Lees meer