Jesaja 65:17-25
17 Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wat er vroeger was raakt in vergetelheid, het komt niemand ooit nog voor de geest. 18 Verheug je voor altijd en jubel om wat Ik schep. Ik herschep Jeruzalem in een jubelende stad en schenk haar bevolking vreugde. 19 Dan zal Ik over Jeruzalem jubelen en me verheugen over mijn volk. Geen geween of geweeklaag wordt daar nog gehoord. 20 Geen zuigeling zal daar meer zijn die slechts enkele dagen leeft, geen grijsaard die zijn jaren niet voltooit; want een kind zal pas sterven als honderdjarige, en wie geen honderd wordt, geldt als vervloekt. 21 Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten; 22 in wat zij bouwen zal geen ander wonen, van wat zij planten zal geen ander eten. Want de jaren van mijn volk zullen zijn als de jaren van een boom; mijn uitverkorenen zullen zelf genieten van het werk van hun handen. 23 Zij zullen zich niet tevergeefs afmatten en geen kinderen baren voor een verschrikkelijk lot. Zij zullen, met heel hun nageslacht, een volk zijn dat door de HEER is gezegend. 24 Ik zal hun antwoorden nog voor ze Mij roepen, Ik zal hen verhoren terwijl ze nog spreken. 25 Wolf en lam zullen samen weiden, een leeuw eet stro, net als een rund, en een slang zal zich voeden met stof. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg-zegt de HEER. (NBV21)
Je hoort het de mensen nog wel eens zeggen: “ik moet er niet aan denken, de ellende die mensen is overkomen”. Jesaja schetst een wereld waar je er inderdaad niet meer aan hoeft te denken. Je maakt het niet meer mee, je hoort er niet meer van. Geen kind zal binnen een paar dagen sterven. Een gruwelijke ervaring voor ouders, je krijgt een kind en door wat voor oorzaak ook wordt dat kind niet oud. Hoe oud een kind ook is het hoort niet voor de ouders te sterven. Nog jaren later kun je aan een moeder merken dat hoe flink en opgeruimd ze ook doet, ze eigenlijk in een hoekje van haar hart nog steeds huilt om haar gestorven kind. In onze omgeving hebben we dan te maken met ziekte, met zeer, soms met een ongeluk, dat overkomt een enkeling en gelukkig leven dan velen mee. Maar er zijn landen op de wereld waar het regel is, waar moeders vele kinderen krijgen omdat er maar weinig zullen zijn die hen zullen overleven.
De profeet spreekt ook over de gevolgen van oorlogen. Je bouwt een huis maar dat komt in een vuurlinie te liggen. Anderen nemen het in bezit of verwoesten het en soms is het eerst gestolen en vervolgens verwoest. Landbouwers hoeven niet meer bang te zijn dat de opbrengst van hun land wordt geroofd. In onze dagen betekent dat misschien voor landbouwers dat zij door oneerlijke subsidies of regels en wetten in het nadeel worden gezet tegenover anderen en de opbrengst van hun land en arbeid niet meer tegen de kostprijs kunnen verkopen zodat ze armer en armer worden. Jesaja heeft het over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, die komen er aan. We denken vaak dat er nog niks van te zien is en dus zal die nieuwe hemel wel na onze dood komen. Johannes, schrijver van het boek Openbaring, zag dat heel anders. Hij zag de hemel op aarde neerdalen. God zal zelf zijn tenten hier spannen en dan hier op aarde gaan wonen. Er is dan ook een nieuw Jeruzalem met een Tempel waar de richtlijnen voor de menselijke samenleving het middelpunt van zijn. Maar iedereen handelt en leeft volgens die richtlijnen.
Jesaja is niet veel verschillend van Johannes. Jesaja schetst eerst de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn wil die nieuwe hemelse aarde ook echt komen. In de afgelopen dagen hebben we kunnen lezen over de dienaren van de God van Israël die nog een kans krijgen omdat er ergens iets goeds in hen te vinden zou zijn. Als zij aan de slag gaan met de richtlijnen voor de menselijke samenleving dat begint die nieuwe hemelse aarde al aardig vorm te krijgen. Dan heeft niemand meer honger en in onze dagen hoeft niemand honger te hebben als we eerlijk delen, dan is ook de dorst naar gerechtigheid gestild, want dictators en schendingen van mensenrechten worden direct aangepakt en krijgen niet de kans decennia lang de samenleving te verzieken. De naakten worden gekleed, de bedroefden getroost, de zieken genezen. Dan hoeven zelfs wilde dieren niet meer op jacht omdat zij hun voedsel voorgeschoteld krijgen, zo kan dan een leeuw met een lam samen weiden. Die dienaren zijn dus daarvoor een voorwaarde. Als wij dienaren van de God van Israël willen zijn hoeven we dus niet lang te bidden, of met de armen te zwaaien en halleluja te roepen, maakt het ook niet uit wat we zingen, maar moeten we aan het werk, de naaste liefhebben als onszelf, de richtlijnen van God tot gelding brengen in deze wereld, ook vandaag weer.