De armen zo zwaar te mishandelen

Jesaja 3:13”“4:1 13  De HEER bereidt zijn rechtsgeding voor, hij staat klaar om over volken vonnis te wijzen. 14  Zo luidt de aanklacht van de HEER tegen de oudsten en de vorsten van zijn volk: Jullie hebben mijn wijngaard in brand gestoken en jullie huizen gevuld met wat je de armen ontnam. 15  Hoe durven … Lees meer

Stel mij niet aan als leider van het volk.

Jesaja 3:1-12 1 ¶  Voorwaar, God, de HEER van de hemelse machten, ontneemt Jeruzalem en Juda hun stut en steun: alle steun van brood en water, 2  van krijgsheld en soldaat, rechter en profeet, waarzegger en oudste,  3  bevelhebber, man van aanzien en raadsheer, tovenaar en bezweerder. 4  Hij stelt kinderen als koning aan, willekeur … Lees meer

Goden die ze vormden met hun eigen handen.

Jesaja 2:6-22 6 ¶  U hebt uw volk, Jakobs nakomelingen, verstoten. Zij waren ontvankelijk voor invloeden uit het Oosten, net als de Filistijnen lieten zij zich in met waarzeggerij, ze zijn met vreemde gebruiken vertrouwd geraakt. 7  Ze vulden hun land met zilver en goud, hoe meer schatten, hoe beter. Ze vulden hun stallen met … Lees meer

Geen volk zal nog het zwaard trekken

Jesaja 2:1-5 1 ¶  Dit zijn de woorden van Jesaja, de zoon van Amos; het visioen dat hij zag over Juda en Jeruzalem. 2  Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, 3  … Lees meer

Sion zal verlost worden door recht

Jesaja 1:21-31 21 ¶  Ach, de trouwe stad is een hoer geworden. Waar eens recht heerste en gerechtigheid woonde, daar huizen nu moordenaars. 22  Je zilver is zwart en dof geworden, je wijn versneden met water. 23  Je vorsten zijn schurken, ze houden het met dieven, ze denken alleen aan geschenken en steekpenningen. Wezen bieden … Lees meer

Als je koppig bent

Jesaja 1:10-20 10 ¶  Hoor de woorden van de HEER, leiders van Sodom, geef gehoor aan het onderricht van onze God, volk van Gomorra. 11  Wat moet ik met al jullie offers? zegt de HEER. Ik heb genoeg van die schapen, die vetgemeste kalveren; het bloed van stieren, rammen en bokken wil ik niet meer. … Lees meer

Een ezel kent zijn voederbak

Jesaja 1:1-9 1 ¶  Dit zijn de visioenen die Jesaja, de zoon van Amos, over Juda en Jeruzalem gezien heeft, toen Uzzia, Jotam, Achaz en Hizkia in Juda regeerden. 2 Hoor toe, hemel, geef gehoor, aarde, de HEER heeft gesproken: Ik heb mijn kinderen opgevoed en grootgebracht,  maar ze zijn tegen mij in opstand gekomen. … Lees meer

Hij bracht de storm tot zwijgen

Psalm 107:23-43 23 ¶  Soms daalden zij af naar zee, gingen scheep en bevoeren het wijde water, 24  ze zagen de daden van de HEER, zijn wonderen op de oceaan. 25  Hij sprak en ontketende storm, hoog zweepte hij de golven op. 26  Zij stegen tot aan de hemel, vielen neer in de diepte, hun … Lees meer

De weg naar een stad, een woonplaats

Psalm 107:1-22 1 ¶  ‘Loof de HEER, want hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.’ 2  Zo spreken zij die door de HEER zijn verlost, die hij verloste uit de greep van de angst, 3  bijeenbracht uit alle landen, uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden. 4  Soms doolden zij … Lees meer

Wees genezen van uw kwaal

Marcus 5:21-43 21 ¶  Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij hem, en hij bleef aan het meer. 22  Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. 23  Hij smeekte … Lees meer

Iedereen stond verbaasd

Marcus 5:1-20 1 ¶  Ze kwamen aan de overkant van het meer, in het gebied van de Gerasenen. 2  Toen hij uit de boot gestapt was, kwam hem meteen vanuit de grafspelonken een man tegemoet die door een onreine geest bezeten was 3  en in de spelonken woonde. Zelfs als hij vastgebonden was met een … Lees meer

Waarom hebben jullie zo weinig moed

Marcus 4:35-41 35 ¶  Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ 36  Ze stuurden de menigte weg en namen hem mee in de boot waarin hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. 37  Er stak een … Lees meer