Ze komen uit alle volken

Ezechiël 23:21-35

De volken van de wereld voeren  oorlog en proberen te groeien ten koste van andere volken of tenminste andere volken hun overtuigingen op te leggen. Dat was zo in de dagen van Ezechiël, dat is in onze dagen niet anders. Zelfs ons onafhankelijke volkje ontkomt er niet aan lid te blijven van de NATO waar grote landen militaire politiek bepalen en van de Europese Unie waar sterke landen de economische spelregels bepalen. Als je een eigen weg gaat loop je gevaar. Dan kan er geweld tegen je worden gebruikt, dan kun je vervallen tot armoede. In de Bijbel wordt dat beeld omgedraaid. Als je net doet als andere volken, als je regels van andere volken volgt en hun goden dient dan loop je het gevaar dat er geweld tegen je wordt gebruikt en dat anderen de spelregels bepalen waarmee jouw rijkdom wordt verdeeld. Een volk dat de samenleving inricht volgens de Tora, de richtlijnen die het volk Israël kreeg in de woestijn, wordt onoverwinnelijk. Dat volk heeft zelfs zijn vijanden lief maar zet in de eigen samenleving de minsten voorop.

Daar passen geen andere spelregels op, daar helpt geen geweld tegen. Liefde is niet te verbieden. Liefde is niet te controleren, als je liefde ontdekt is het al te laat om in te grijpen. Wie met wie deelt en waarom is vooraf niet te voorspellen. Ohola en Oholiba, Samaria en Jeruzalem worden gewaarschuwd dat zij die andere goden nalopen het lot zullen ondergaan dat daar bij hoort. Samaria viel door de hand van Assyrië, de mooie stad werd verwoest en een groot gedeelte van het volk werd in ballingschap weggevoerd. Het eens zo trotse Noordrijk zou nooit meer herstellen. Jeruzalem werd eerst belegerd door Egypte, door farao Sisak, de rijkdommen van Juda werden weggevoerd naar Egypte. Maar Juda kreeg de kans zich te herstellen en alsnog de samenleving in de richten volgens de Tora. Ze greep die kans niet en uiteindelijk viel Jeruzalem door de hand van Babel en werden de stad en de Tempel verwoest en een groot deel van de bevolking in ballingschap weggevoerd.

Het verhaal dat Ezechiël over de twee zusters verteld is dan ook geen voorspelling, maar een analyse van de gebeurtenissen en een waarschuwing. Als het volk wil terugkeren uit de ballingschap, als recht en gerechtigheid weer moeten worden hersteld, als de psalmen weer moeten klinken rond een nieuwe Tempel in Jeruzalem dan zal het volk er van doordrongen moeten zijn dat de fouten van Ohola en Oholiba niet opnieuw gemaakt worden. Het zal nooit meer hetzelfde worden in Juda is de boodschap van Ezechiël. Het is ook een boodschap aan ons. Als wij van al dat geweld in onze samenleving en onze wereld af willen dan zullen ook wij moeten veranderen. Dan zullen op scholen de slachtoffers van pesten meer serieus genomen moeten worden, dan zullen scholen plekken moeten worden waar alle kinderen tot hun recht kunnen komen. Dan zullen ook wij onze samenleving moeten inrichten volgens de regels van het delen met elkaar, zorgen voor de minsten. Dan zullen wij in de verhouding met andere volken ook duidelijk moeten maken dat wij zelfs onze vijanden lief hebben. Het zal dan heel erg anders moeten worden in onze samenleving. We kunnen er in het klein gelukkig elke dag opnieuw mee beginnen, ook vandaag.

Plaats een reactie