Ik heb niet tot hen gesproken

Jeremia 23:19-29

We denken soms dat ze alleen maar tegenwoordig zo prediken, zo van alles komt goed, stil maar wacht maar alles wordt nieuw. Welnee. De leugenprofeten zijn er altijd al geweest. Telkens weer had de God van Israël profeten gestuurd die wezen op het Woord van de God van Israël, het woord dat het volk in de woestijn had ontdekt, telkens weer had het volk niet geluisterd. Integendeel ze waren de goden van de buurvolkeren gevolgd. De goden van goud en beloften, de goden van steeds meer en steeds mooier. De belofte van de bevrijding van slavernij, arbeid en economie waren ze vergeten. Ze hadden niet meer vertrouwd op de liefde als machtigste wapen tegen de buurvolkeren, ze hadden vertrouwd op verdragen met anderen. Daarom ziet Jeremia al dat het volk ten onder gaat, dat de Tempel zal worden afgebroken en het volk in ballingschap zal worden weggevoerd.

Natuurlijk we hebben we ze ook in onze dagen. De voorgangers en de evangelisten die vergeten zijn dat het om een volk gaat waartegen de God van Israël spreekt. Die vergeten dat het gaat om het recht voor de armen, de weduwen en de wees, dat het gaat om het voeden van de hongerigen, het kleden van de naakten zodat blinden gaan zien en lammen gaan lopen. Niet uit liefdadigheid, niet uit de aalmoes van een enkeling maar omdat de wereld zo ingericht wordt dat het vanzelf gaat, zodat dus de grootheid van de God van Israël, die dat mogelijk maakt, zichtbaar wordt. Maar de mensen die telkens horen dat ze zich moeten bekeren en zich hun zonden bewust moeten zijn lopen de kerken uit, langzaam sterft de schijnleer uit. Want mensen zijn al bekeerd, bidden kunnen ze al, maar dan, hen wordt het woord van de God van Israël onthouden en ontnomen.

En het licht zo voor de hand, “Heb uw naaste lief als Uzelf”. Dat is niet pas in de hemel, dat is niet aan de andere kant van de zee in vreemde landen en ver weg, het ligt voor het grijpen. Die verheven God van Israël is gewoon dichtbij die brengt zijn Geest om in zijn Geest de naaste lief te kunnen hebben, om samen met anderen de hemel op aarde zichtbaar te maken. Waarom zijn er nog hongerigen in de Hoorn van Afrika? Waarom is er nog angst voor de Islam? Omdat we niet willen delen van onze rijkdom, omdat we niet willen en mogen geloven in de kracht van de God van Israël die niets en niemand afhoudt van het werk dat hij ooit begon. Wanhopig wordt je van de predikers die hun droom van het eeuwig leven naar de toekomst leggen en daarmee het volk bedriegen. Het kan vandaag beginnen, elke dag opnieuw mogen we er aan beginnen. Denk niet dat Jeremia klaagt, in de duisterste omstandigheden houdt Jeremia zijn volk en ons voor dat het zin heeft om er elke dag opnieuw mee te beginnen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie