Wijk af van het kwaad, en doe het goede

Psalm 34

Vandaag zingen we een psalm mee die in het Hebreeuws goed in je geheugen is te prenten. Want van de 22 verzen waaruit deze psalm is opgebouwd beginnen er 21 met de opeenvolgende letters van het Hebreeuwse alfabet. In de loop van de eeuwen dat deze Psalm werd overgeleverd is er overigens iets misgegaan want in de versies die we tegenwoordig hebben ontbreekt de zesde letter. Het kan overigens ook een vergissing zijn want de Psalm begint met een vergissing. Een verhaal over David die deed of hij gek was bij een koning staat in het eerste boek van de profeet Samuel, maar die koning heette niet Abimelech maar Akis, de koning van Gad. In elk geval is het een Psalm die je zingt nadat je aan een zeker onheil bent ontkomen.

In het midden van de Psalm staan de lessen die je nodig hebt om met behulp van God te ontsnappen aan het onheil dat je vijanden voor je klaar hebben liggen. Dat ontsnappen gaat dus niet vanzelf, lees het verhaal uit het eerste boek Samuel, hoofdstuk 21, nog maar eens na en dan zul je zien dat David daar nog de nodige moeite voor moet doen. Maar voor de Psalmdichter begint het er mee dat je niet moet liegen. Want het spreekwoord zegt al dat een goed leugenaar meestal de waarheid spreekt. Je moet ook goed weten waar het kwade en waar het goede te vinden is. Het goed is in elk geval te vinden bij alles wat vrede brengt. Daar is volgens het vervolg van de Psalm ook de God van Israël te vinden.

Wees dus niet bang voor de machten en krachten die je in de wereld bedreigen staat er eigenlijk. De God van Israël luistert naar het hulpgeroep van de rechtvaardigen. In het Hebreeuws wordt de naam van de God van Israël, ik zal er zijn, niet genoemd, maar men zegt “Heer” dat is een politieke en religieuze belijdenis. Omdat de God van Israël er voor je is, met je meetrekt, is die God van Israël ook de machtigste, daar kan kan geen macht of kracht in de wereld, of buiten de wereld, tegenop. Die God van Israël is bij de zwaksten, bij de mensen die onrechtvaardig behandeld worden, die gebroken zijn.

Denk nu niet dat het “gelovigen” voor de wind gaat. Wie belooft dat zijn of haar God wel zal zorgen dat je van al je zorgen en ellende bevrijdt wordt en dat je verdere ellende bespaart wordt, aanbidt een valse afgod die geen mens iets goeds kan doen. Een rechtvaardige, iemand die doet wat de God van Israël gevraagd heeft, de naaste liefhebben als zichzelf, kan ondanks dat van alles overkomen, niets hoeft de rechtvaardige bespaard te blijven. Maar de God van Israël zal de rechtvaardige steeds opnieuw bevrijden, bevrijden van de angst voor de dood, en daarmee van de dood zelf. Als je de God van Israël los laat, zelf tot je recht probeert te komen in plaats van anderen tot hun recht te laten komen, dan zal het leven voor je als de dood zijn, maar als je weer de Weg gaat van de God van Israël dan zul je het leven weer voelen binnenstromen. Elke dag mag je dat weer opnieuw proberen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie