Wiens geest spreekt door jouw mond?

Job 26:1-14

Er is een beroemde uitspraak van President Kennedy die zei dat mensen niet moesten vragen wat hun land voor hun deed maar wat zij voor hun land hadden gedaan. Job zegt eigenlijk hetzelfde over de mensen en hun God. Vraag niet wat God je heeft aangedaan maar wat heb jij voor God gedaan. Dat voor God doen is hier dan hulp bieden aan de machteloze, de arm steunen die het aan kracht ontbrak. Maar ook wijsheid bieden aan mensen die dat missen en goede raad aan onervarenen. Kortom wiens Geest spreekt door jouw mond. Wat God doet lijkt bij Job nog het meest op natuurverschijnselen. De oneindigheid van de aarde en de ruimte komen voorbij, machtige wolken van wie je stortregen verwacht maar die overdrijven, kolkende zeeën en rivieren, de storm die de hemel schoon blaast en de donder die je aan het schrikken maakt en in een donkere nacht kan wakker houden. Die duistere natuurkrachten, slechts voor een handjevol wetenschappers verklaarbaar, maken dat mensen duidelijk wordt dat ze altijd op elkaar zijn aangewezen. Daar waar ze elkaar uitbuiten en onderdrukken zullen ze niet overleven, maar waar ze samen optrekken en samen weten te delen zullen ze het weten uit te houden. Het is in een andere vorm het verhaal van het volk Israel in de Woestijn. Heel langzaam lijkt Job tot de ontdekking te komen dat rijkdom en welvaart eigenlijk ook niet tellen. Zelfs de gezondheid die hij heeft verloren lijkt niet meer belangrijk. Het verlies van echte vriendschap dat doet nog het meest pijn. Niet de vriendschap die hem veroordeelt en waarmee de vrienden zichzelf omhoog prijzen ten koste van de ellende van Job maar de Liefde voor de medemens dwars tegen alle noodlot in. Daarmee verstommen vragen over de bedoeling van God met het lijden van mensen. Waarom staat God toe dat onschuldige kinderen omkomen in het verkeer? Waarom gaan er geliefden dood aan kanker? Waarom staat God honger en oorlog toe? Waarom treffen tsunami’s en andere natuurrampen zoveel onschuldige mensen? Waarom was er Auswitz en zijn er mensen die dat nu nog verheerlijken? Op veel van die vragen is geen antwoord lijkt Job te zeggen. De enige vraag waar een antwoord op is is de vraag wat wij doen voor de slachtoffers, voor de lijdenden, voor de nabestaanden en overlevenden. En er is een antwoord op de vraag wat wij doen om dat lijden te voorkomen. Zijn we bereid niet alleen samen te werken en samen te leven maar ook om echt samen te delen? Het antwoord daarop komt donderdag in de regeringsverklaring en op 7 maart in onze stem. Met welke geest spreekt daarom dan onze stem?
?

Plaats een reactie