Tot niets.

Psalm 2 1 Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets. 2 De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen tegen de HEER en zijn gezalfde: 3 ‘Wij moeten hun juk afwerpen, ons van hun boeien bevrijden.’ 4 Die in de hemel troont lacht, de … Lees meer

Hier ben ik

Jesaja 52:1-6 1 Ontwaak, ontwaak, Sion, en bekleed je met je kracht! Bekleed je met je pronkgewaad, Jeruzalem, heilige stad. Nooit meer zul je worden betreden door wie onbesneden is, of onrein. 2 Klop het stof van je af en sta op, Jeruzalem, neem plaats op de troon. De ketenen om je hals zijn losgemaakt, … Lees meer

Word wakker, word wakker

Jesaja 51:17-23 17 Word wakker, word wakker, Jeruzalem, sta op! De HEER heeft je laten drinken uit de beker van zijn toorn; je hebt uit die kelk gedronken, de beker die je zo heeft bedwelmd tot de bodem leeggedronken. 18 Er is niemand die je leidt, geen van de kinderen die je hebt gebaard; niemand … Lees meer

Vreugde en gejuich

Jesaja 51:1-8 1 Luister naar mij, jullie die gerechtigheid najagen, jullie die de HEER zoeken. Kijk naar de rots waaruit je gehouwen bent, naar de diepe groeve waar je gedolven bent. 2 Kijk naar Abraham, jullie vader, naar Sara, die jullie heeft gebaard; toen ik hem riep was hij alleen, maar ik heb hem gezegend … Lees meer

De armen brood geven

Psalm 132 1 Een pelgrimslied. Blijf David gedenken, HEER, en alles wat hij heeft doorstaan, 2 omdat hij de HEER had gezworen, de Machtige van Jakob had beloofd: 3 ‘Ik zal mijn tent niet binnengaan noch mij te ruste leggen op mijn bed, 4 mijn ogen niet overgeven aan de slaap noch mijn wimpers aan … Lees meer

Brand je aan je eigen pijlen!

Jesaja 50:4-11 4 God, de HEER, gaf mij een vaardige tong, waarmee ik de moedeloze kan opbeuren. Elke ochtend wekt hij mijn oor, zodat het toegerust is om aandachtig te horen. 5 God, de HEER, heeft mijn oren geopend en ik heb geen verzet geboden, ik ben niet teruggedeinsd. 6 Ik heb mijn rug blootgesteld … Lees meer

Zou mijn arm te kort zijn

Jesaja 50:1-3 1 Dit zegt de HEER: Waar is de scheidingsbrief waarmee ik jullie moeder heb weggestuurd? Of waar is de schuldeiser aan wie ik jullie heb verkocht? Nee, vanwege jullie zonden zijn jullie verkocht, vanwege je wandaden is je moeder weggestuurd. 2 Waarom was er niemand toen ik kwam? Waarom antwoordde niemand toen ik … Lees meer

De vruchten van jullie arbeid

Haggai 2:10-23 10 Op de vierentwintigste dag van de negende maand, in het tweede regeringsjaar van Darius, richtte de HEER zich tot de profeet Haggai: 11 ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Vraag de priesters hierover een uitspraak te doen:12 Als iemand offervlees bij zich draagt in een plooi van zijn mantel, en … Lees meer

Houd vol

Haggai 2:1-9 In het tweede regeringsjaar van koning Darius, 1 op de eenentwintigste dag van de zevende maand, sprak de HEER opnieuw bij monde van de profeet Haggai. Hij droeg hem op: 2 ‘Zeg tegen Zerubbabel, zoon van Sealtiël en gouverneur van Juda, en tegen Jozua, zoon van Josadak en hogepriester, en tegen wie er … Lees meer

Welke weg zijn jullie ingeslagen?

Haggai 1:1-15 1 In het tweede regeringsjaar van koning Darius, op de eerste dag van de zesde maand, richtte de HEER zich bij monde van de profeet Haggai tot Zerubbabel, zoon van Sealtiël en gouverneur van Juda, en tot Jozua, zoon van Josadak en hogepriester: 2 ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Dit … Lees meer

Wees altijd verheugd

1 Tessalonicenzen 5:12-28 12 Wij vragen u, broeders en zusters, diegenen onder u te erkennen die zich op gezag van de Heer ervoor inzetten u te leiden en terecht te wijzen. 13 U moet hun om hun werk veel liefde en respect betonen. Leef in vrede met elkaar. 14 Wij sporen u aan, broeders en … Lees meer