Jeremia 39:1-10
1 – in het negende regeringsjaar van koning Sedekia van Juda, in de tiende maand, kwam koning Nebukadnessar van Babylonië met heel zijn leger bij Jeruzalem aan en sloeg het beleg voor de stad; 2 en op de negende dag van de vierde maand van het elfde regeringsjaar van Sedekia werd er een bres in de stadsmuur geslagen –, 3 namen de aanvoerders van de koning van Babylonië plaats in de Middenpoort: Nergal-Sareser, de simmagir, Nebusarsechim, de rabsaris, Nergal-Sareser, de rabmag, en de overige aanvoerders van de koning van Babylonië. 4 Toen koning Sedekia van Juda en de soldaten hen zagen, vluchtten zij. Ze verlieten ’s nachts de stad via de koninklijke tuin en de poort tussen de beide stadsmuren. De koning vluchtte in de richting van de Jordaanvallei, 5 maar het Chaldese leger zette de achtervolging in en haalde hem in op de vlakte van Jericho. Ze namen hem gevangen, brachten hem naar Ribla in het gebied van Hamat, naar koning Nebukadnessar van Babylonië, en die berechtte hem. 6 De koning van Babylonië liet daar zijn zonen en alle vooraanstaande burgers van Juda voor Sedekia’s ogen afslachten, 7 waarna hij hem de ogen liet uitsteken. Vervolgens werd Sedekia geboeid met bronzen ketenen, om naar Babel te worden weggevoerd. 8 De Chaldeeën staken het koninklijk paleis en de huizen van de bevolking in brand, en ze haalden de muren van Jeruzalem neer. 9 De mensen die nog in de stad waren overgebleven, werden door Nebuzaradan, de commandant van de lijfwacht, als ballingen naar Babylonië gevoerd, evenals degenen die waren overgelopen, kortom iedereen die nog over was. 10 Slechts de allerarmsten van het volk, die niets bezaten, liet Nebuzaradan in Juda achter. Aan hen gaf hij de wijngaarden en de akkers. (NBV21)
Spannende verhalen uit een ver verleden. Jeruzalem valt en de Koning van Babel vestigt een nieuwe regering in de Middenpoort. De leden van die regering worden schijnbaar nauwkeurig benoemd. Maar het zijn namen die door Hebreeuws sprekenden bijna onuitspreekbaar zijn. De rangen en standen die er bij staan zijn in Juda helemaal onbekend. Wie de geschiedenisboekjes van Babel er op naziet raakt verbaasd want een aantal namen zijn niet terug te vinden en die rangen zitten toch ook was anders in elkaar. Maar de Bijbel is geen geschiedenisboek. Als je het leest zoals het er staat dan moet die regering door Babel benieuwd wel uit deftige hooggeplaatsten hebben bestaan. En de geschiedenisboekjes van Babel bevestigen dat, in de reeks die we lezen komt ook de Kroonprins van Babel voor, de nummer twee direct na de Koning.
Sedekia vlucht met zijn soldaten in de richting van Egypte. Dat was immers zijn bondgenoot. Die hadden zelfs een leger gestuurd dat de Chaldeën er nog even van weerhouden had de stad in te nemen. Dat leger was echter lang reeds weer naar huis gegaan. Sedekia werd dan ook op zijn vlucht gevangen genomen. De koning van Babelonië was zelf de rechter. Sedekia had onvoldoende oog gehad voor de macht van Babelonië. Hij zou de recht van zijn leven niets anders zien dan het bewijs van die macht. Zijn zonen en medebestuurders van Juda werden voor zijn ogen afgeslacht waarna zijn ogen werden uitgestoken. Geboeid werd hij als oorlogsbuit naar Babel gevoerd.
Was die koning van Babelonië nu zo slecht? Sedekia was een koning geweest die alles deed wat God verboden had. Vooral het verwaarlozen van de zorg voor de armsten, de weduwen en de wezen, was hem aangerekend door de profeet. Vrijwel terloops sluit dit gedeelte af met de mededeling dat de Koning van Babel een werktuig was geweest in de hand van de God van Israël. Elke familie hoorde elke vijftig jaar het land terug te krijgen dat Jozua aan de familie had toebedeeld. Die regel was nooit nagekomen. Nu kregen die families, zij die geen land hadden, hun land eindelijk weer terug. Zij mochten blijven en opnieuw beginnen. Dat geeft ook ons hoop. Wat slecht is is slecht en moet als slecht benomed worden. Uiteindelijk zal het toch goed komen en het recht haar loop hebben. Dat is de richting die ook ons gewezen wordt. Elke dag opnieuw.