Deuteronomium 11:1-17
1 Heb daarom de HEER, uw God, lief en houd u aan uw verplichtingen tegenover Hem. Leef zijn wetten, regels en geboden elke dag na. 2 Wees u ervan bewust dat uw kinderen geen getuige zijn geweest van het onderricht dat de HEER u gaf, en niet met eigen ogen zijn grootheid hebben gezien, zijn sterke hand en opgeheven arm. 3 Wat weten zij van de wonderen en daden die Hij in Egypte verrichtte, ten koste van de farao en zijn hele volk? 4 Of van wat Hij met het leger van Egypte en al zijn paarden en wagens heeft gedaan, hoe Hij ze liet verdwijnen in het water van de Rietzee toen ze u achtervolgden, waarmee Hij hun macht heeft gebroken tot op de dag van vandaag? 5 Uw kinderen weten toch niet wat Hij in de woestijn voor u heeft gedaan voordat u hier aankwam? 6 En wat Hij ten overstaan van het hele volk deed met Datan en Abiram, de zonen van de Rubeniet Eliab: hoe de aarde haar mond opensperde en hen opslokte met hun families, hun tenten en al het vee dat ze bezaten? 7 U daarentegen hebt al die machtige daden die de HEER verrichtte met eigen ogen gezien. 8 Daarom moet u alle geboden die ik u vandaag voorhoud naleven. Daaruit zult u de moed putten om het land aan de overkant binnen te gaan en het in bezit te nemen. 9 Dan zult u lang leven in het land dat de HEER onder ede aan uw voorouders en hun nageslacht heeft beloofd, het land dat overvloeit van melk en honing. 10 Want het land dat u in bezit zult nemen is heel anders dan Egypte, waar u vandaan komt. Daar moest u de akkers na het zaaien kunstmatig bevloeien als een groentetuin. 11 Maar het land aan de overkant is een land met bergen en dalen, dat zijn dorst lest met het water uit de hemel. 12 Het is een land waaraan de HEER, uw God, veel zorg besteedt en waarover Hij waakt, het hele jaar door, van de eerste tot de laatste dag. 13 Als u de geboden gehoorzaamt die ik u vandaag voorhoud, en de HEER, uw God, liefhebt en Hem met hart en ziel dient, 14 belooft de HEER: ‘Ik zal jullie land op de juiste tijd regen geven, in het najaar en in het voorjaar. Je zult je oogst binnenhalen, graan, wijn en olie, 15 en Ik zal groene weiden geven voor je vee. Je zult er volop te eten hebben.’ 16 Maar pas op: laat u er niet toe verleiden van de juiste weg af te wijken, voor andere goden neer te knielen en ze te vereren. 17 Want dan zal de HEER in woede tegen u ontsteken en de hemel sluiten. Er zal geen regen meer vallen en de hele oogst zal mislukken, en u zult spoedig verdreven worden uit het goede land dat de HEER u zal geven. (NBV21)
Er is nu een verbond, tussen God en het slavenvolk dat al veertig jaar door de woestijn heeft gezworven. Eigenlijk al veel langer want pas de tweede generatie van het volk dat uit de slavernij in Egypte was bevrijdt staat nu op de grens van de woestijn en dat beloofde land. Mozes kent natuurlijk de wijsheid dat wie de geschiedenis verwaarloosd gedoemd is dezelfde fouten te maken. En deze jonge generatie die geen andere omgeving kent als de woestijn moet toch weten waarom je zo nauwkeurig de geschiedenis van het volk moet kennen. Alleen maar God loven is niet genoeg. Dat verbond met die God moet een onderdeel van je leven worden en dat is niet gemakkelijk omdat je maar een deel van de geschiedenis kent.
Ook in onze dagen speelt dat. Wie zich bewust is van de verschrikkingen in de Tweede Wereldoorlog past wel op om met een gele ster in een demonstratie mee te lopen die zich richt tegen een democratisch ondersteund besluit van de regering. Ooit was de gele ster een toegangsbewijs voor de gaskamers of in elk geval voor de dood. Wij hebben geen gaskamers, wij hongeren geen mensen uit door ze te weinig eten te geven en te zware arbeid te laten verrichten. In onze dagen is er soms een spoor van de discriminatie die uiteindelijk tot die gaskamers heeft geleid.
Het klinkt dan: “Buitenlanders pakken ons werk af, buitenlanders nemen onze kansen op huisvesting af, buitenlanders eten ons belastinggeld op.” Het zijn de angsten die mensen tot een sterke leider laten leiden als ze bang zijn datgene dat ze aan vrijheid hebben gekregen weer kwijt te raken. Dat je zelf grenzen kunt stellen aan je gedrag en als het nodig is dat samen met anderen kan doen maakt je vrijheid alleen maar sterker. Ook daarvoor moet je de geschiedenis kennen, weten wanneer je voorouders verkeerd handelden en wat het gevolg was. Mozes schetst nog eens een aantal situaties waarin dat voorkwam. Wij zouden beter moeten letten op de verhalen van overlevenden, en ze doorvertellen in plaats van ze te bagatelliseren.