Jeremia 38:14-28
14 Op een dag liet koning Sedekia de profeet Jeremia opnieuw bij zich komen, in het derde poortgebouw van de tempel. Hij zei tegen hem: ‘Ik wil weten of de HEER gesproken heeft. Verzwijg niets voor me.’ 15 ‘Als ik het u vertel,’ antwoordde Jeremia, ‘zult u me laten doden; en als ik u raad geef, zult u toch niet naar me luisteren.’ 16 Maar koning Sedekia zwoer Jeremia in het geheim: ‘Zo waar de HEER, die ons dit leven heeft geschonken, leeft, ik zal u niet doden of uitleveren aan de mannen die u naar het leven staan.’ 17 Toen zei Jeremia: ‘Dit zegt de HEER, de God van de hemelse machten, de God van Israël: Als u zich overgeeft aan de bevelhebbers van de koning van Babylonië, zult u in leven blijven. Deze stad zal niet in vlammen opgaan en u en uw familie zullen worden gespaard. 18 Maar als u zich niet overgeeft aan de bevelhebbers van de koning van Babylonië, zal deze stad in handen van de Chaldeeën worden gegeven. Ze zullen haar in vlammen doen opgaan en u zult niet aan hen ontkomen.’ 19 Koning Sedekia zei: ‘Ik ben bang voor de Judeeërs die naar de Chaldeeën zijn overgelopen. Als ik aan hen word uitgeleverd, zullen ze me martelen.’ 20 ‘Dat zal niet gebeuren,’ antwoordde Jeremia. ‘Luister toch naar de HEER, in wiens naam ik tot u spreek, dan loopt het goed met u af en blijft u in leven. 21 Maar als u weigert u over te geven, zal gebeuren wat de HEER mij heeft laten zien: 22 Alle vrouwen die nog in uw paleis overgebleven zijn, zullen naar de bevelhebbers van de koning van Babylonië worden gevoerd, terwijl ze zeggen: “Vrienden hebben u opgestookt en laten u vallen: nu uw voeten in de modder blijven steken, zijn ze van u weggevlucht.” 23 Al uw vrouwen en uw kinderen worden aan de Chaldeeën uitgeleverd. Ook u zult niet aan hen ontkomen, maar gevangengenomen worden en aan de koning van Babylonië worden uitgeleverd. En deze stad zal in vlammen opgaan.’ 24 Sedekia zei tegen Jeremia: ‘Als uw leven u lief is, vertel dan niemand iets over ons gesprek. 25 Als mijn raadsheren te weten komen dat ik met u gesproken heb, zullen ze naar u toe komen en vragen wat u gezegd hebt en wat ik gezegd heb. Ze zullen dreigen u te doden als u het niet vertelt. 26 Zeg dan: “Ik heb de koning gesmeekt mij niet te laten teruggaan naar het huis van Jonatan, want daar zou ik sterven.”’ 27 En toen de raadsheren naar Jeremia kwamen en hem ondervroegen, zei hij hun precies wat de koning hem had opgedragen. Ze lieten hem verder met rust, want niemand had iets over de inhoud van het gesprek gehoord. 28 Jeremia bleef in het kwartier van de paleiswacht, tot de dag dat Jeruzalem werd ingenomen. (NBV21)
Soms hebben machthebbers het moeilijk. Hun verstand zegt het ene en de angst zegt het andere. Belangen spelen rond machthebbers altijd een grote rol. Iedereen wil in aanzien staan, zelf ook als machthebber worden beschouwd. Het is vaak een gevaarlijk spel. De machthebber zelf is bang afgezet te worden. Een staatsgreep of een koningsmoord is zo gebeurd. De kringen rond de machthebber zijn bang uit de gratie te vallen. Generaals en ministers ontslaan is niet zo moeilijk. In de dagen van Jeremia speelde dat sterk aan het hof van Jeremia. Hoe langer Koning Sedekia het beleg zou volhouden hoe sterker hij voor de buitenwereld werd en hoe meer aanzien zijn hofhouding verwierf. De hofhouding wilde niks weten van overgave.
Maar Koning Sedekia voelde dat hij klem zat. Een beleg door een grootmacht als de Chaldeën dat overleef je niet zomaar. Ze hadden zich eerst teruggetrokken omdat er een Egyptisch leger de belegerde stad te hulp dreigde te komen, maar dat zouden ze geen tweede keer gebeuren. In de gevangenis van de koning zat nog een profeet die de gevangenis op de koop toen nam maar weigerde de machthebbers naar de mond te praten. Hij pleitte voor overgave omdat die overgave aan de vijand de minste slachtoffers zou kosten. In een oorlog zijn vrouwen de zwakste partij vaak en Jeremia wees de koning er op dat de vrouwen van Jeruzalem als buit zouden worden beschouwd als de stad werd ingenomen.
Maar koning Sedekia was bang voor zijn hofhouding. Die hadden Jeremia in een put geworpen, die dreigden voortdurend hem te doden als hij zich voor een overgave zou uitspreken. Nu is angst een slechte raadgever. Koning Sedekia is banger voor zijn hofhouding dan voor zijn vijanden. Jeremia blijft dus gevangen en de stad wordt ingenomen. Ook bij ons speelt angst een grote rol. Wij grijpen niet militair in in Oekraïne omdat we bang zijn voor Russische kernwapens. Dat Russen net zo bang kunnen zijn voor onze kernwapens lijkt van geen belang. Ze schrikken voorlopig alleen onze regeerders af. Dat maakt wel ruimte voor andere benaderingen, “Gij zult niet doden” bijvoorbeeld. Want hoe verandert de situatie als Oekraïne morgen lid is van de Europese Unie. Het zijn vragen die de Bijbel bij ons oproept en waar we samen een antwoord op mogen geven.