Ondanks alles zondigde Job niet

Job 2:1-13 1 Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de HEER, en ook Satan maakte bij hem zijn opwachting. 2  De HEER vroeg aan Satan: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde.’ 3  De HEER vroeg aan Satan: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job … Lees meer

Hij maakte God geen enkel verwijt

Job 1:13-22 13 Toen Jobs zonen en dochters op een dag weer in het huis van hun oudste broer zaten te eten en te drinken, 14  kwam er een boodschapper bij Job en zei: ‘De runderen trokken de ploeg en de ezelinnen liepen vlakbij in de wei te grazen, 15  maar plotseling werden we overvallen … Lees meer

Een man die Job heette

Job 1:1-12 1 In het land Us woonde een man die Job heette. Hij was rechtschapen en onberispelijk, hij had ontzag voor God en meed het kwaad. 2 Job had zeven zonen en drie dochters. 3  Hij bezat zevenduizend schapen en geiten, drieduizend kamelen, vijfhonderd span runderen, vijfhonderd ezelinnen en een groot aantal slaven en … Lees meer

De sabbat is er voor de mens

Marcus 2:23–3:6 23  Eens liep hij op een sabbat tussen de korenvelden door. Zijn leerlingen gingen de velden in en begonnen aren te plukken. 24  ‘Kijk eens!’ zeiden de Farizeeën tegen hem. ‘Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?’ 25  Maar hij antwoordde: ‘Hebt u dan nooit gelezen wat David deed toen hij … Lees meer

Volg mij

Marcus 2:13-22 13 Jezus vertrok en ging weer naar het meer. Een grote mensenmenigte kwam naar hem toe, en hij onderwees hen. 14  Toen hij langs het meer liep, zag hij Levi, de zoon van Alfeüs, bij het tolhuis zitten, en hij zei tegen hem: ‘Volg mij.’ Levi stond op en volgde hem. 15  Op … Lees meer