Ik zal mij houden aan uw richtlijnen

Psalm 119:145-152

145 ¶  Ik roep met heel mijn hart, geef antwoord, HEER, ik wil uw wetten volgen. 146  Ik roep u aan, red mij, en ik zal mij houden aan uw richtlijnen. 147 ¶  Nog voor het morgenlicht roep ik om hulp, in uw woord stel ik mijn hoop. 148  In de uren van de nacht houd ik mijn ogen geopend en overdenk ik uw woord. 149 ¶  Luister goedgunstig naar mijn stem, houd mij in leven, HEER, u bent rechtvaardig. 150 ¶  Mijn sluwe vervolgers zijn nabij, ver zijn ze afgeweken van uw wet. 151  U bent nabij, HEER, al uw geboden zijn betrouwbaar. 152 ¶  Sinds lang weet ik: uw richtlijnen hebt u voor eeuwig vastgesteld. (NBV)

De Nieuwe Bijbelvertaling heeft het in de vertaling van Psalm 119 herhaaldelijk over “richtlijnen” daar waar oudere vertalingen het over “inzettingen” hebben. Nu is “inzettingen” een term die we in het dagelijks leven niet meer gebruiken. Je zou “wetten” kunnen zeggen of “geboden” maar dit “richtlijnen” geeft de bedoeling eigenlijk veel beter weer. Want de geboden van God zijn geen geboden om bij stil te staan maar geboden die je in beweging zetten. Ze staan als ANWB wijzers langs de levensweg en laten zien en horen welke weg we moeten inslaan. De Statenvertaling vertaalt hier met “getuigenissen”. Voor ons is de betekenis in het verband van deze Psalm van dat woord helemaal verdwenen maar het kan ons op het spoor zetten van de betekenis van de Wet uit het Oude Testament als zodanig. Die Wet verstard een samenleving niet in onpersoonlijke rechtspraak en een wir war van jurisprudentie, integendeel.

Want die Wet vertelt ons hoe God de wereld uit chaos schiep tot mensenland. Die Wet legt getuigenis af van God als Schepper van hemel en aarde. Dat heeft dus in het geheel niks te maken met de natuurwetenschappelijke opvattingen over het ontstaan van de aarde maar alles met een aarde die leefbaar is voor mensen. Dat is een aarde waar maar één God is, dat is een aarde zonder religie, zonder godenbeelden die je gunstig moet stemmen, dat is een aarde zonder moorden, zonder diefstal, zonder overspel, zonder leugen, waar niemand zich hoeft te schamen voor afkomst of overtuiging, waar iedereen de ander het beste gunt en waar werken minder belangrijk is dan samen gemeenschap volgen en waarom daar tenminste één dag in de week het werk samen wordt neergelegd. Samengevat is dat een wereld waar mensen houden van elkaar als van zichzelf. Nu komt die wereld er niet vanzelf. Hoe zeer je ook in de komst van die wereld geloofd, als je om je heen kijkt zie je dat die wereld er nog steeds niet is. En als je bij jezelf nagaat hoeveel je tot nu toe hebt bijgedragen aan de komst van die wereld dan moet je tot de ontdekking komen dat het maar heel erg weinig is. Toch komt die wereld er en stapje voor stapje komt die wereld dichterbij.

Die belofte van de God van Israël, dat Evangelie wordt verkondigd en mensen laten zich daardoor geïnspireerd op weg sturen, in beweging zetten. Niet alleen meer mensen in dat kleine achteraf hoekje van het Romeinse Rijk dat Palestina werd genoemd maar mensen over de hele bewoonde wereld. Maar overal waar mensen in beweging komen voor een wereld van vrede en gerechtigheid zijn er mensen die hen proberen tegen te houden. In onze samenleving wordt nu gesproken over het agressieve atheïsme dat mensen probeert tegen te houden te blijven geloven in die nieuwe wereld, gesteund door een partij van laffe angsthazen die de samenhang tussen mensen in onze samenleving probeert te ondermijnen. In andere landen zijn het de rijken die de gerechtigheid proberen tegen te houden, of de machtigen die hun militaire macht inzetten om mensen te onderdrukken. Hoe het ook zij, die tegenkrachten tegen de komst van het Koninkrijk van God moeten we benoemen en doorzien zegt de Psalm ons vandaag. Maar dag en nacht moeten we in beweging blijven zegt de Psalm ons ook, want vast en zeker, die nieuwe wereld komt.

 

Plaats een reactie