Omwille van de opstanding van de doden

Handelingen 24:10-27

10 ¶  Toen de procurator Paulus toeknikte ten teken dat hij het woord mocht voeren, sprak hij als volgt: ‘Ik weet dat u al vele jaren rechtspreekt over het Joodse volk, en daarom verdedig ik mijn zaak in goed vertrouwen. 11  U kunt u ervan vergewissen dat ik pas twaalf dagen geleden naar Jeruzalem ben gegaan om daar God te aanbidden. 12  Ik heb in al die tijd nooit een debat uitgelokt of een volksoploop veroorzaakt, niet in de tempel, niet in de synagogen en ook niet elders in de stad. 13  Mijn aanklagers beschikken over geen enkel bewijs voor hun beschuldigingen. 14  Maar wel wil ik hier verklaren dat ik overeenkomstig de Weg, die zij een sekte noemen, de God van onze voorouders dien en dat ik geloof in alles wat in de Wet en de Profeten geschreven staat; 15  en evenals mijn aanklagers hoop en verwacht ik dat God zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen uit de dood zal doen opstaan. 16  Daarom tracht ook ik steeds mijn geweten zuiver te houden tegenover God en de mensen. 17  Na verscheidene jaren ben ik naar Jeruzalem gekomen om giften te brengen voor mijn volk en offers op te dragen. 18  Ik was daarmee bezig en had me al gereinigd, toen enkele Joden uit Asia me in de tempel aantroffen-er had zich geen menigte verzameld, en er was ook geen sprake van tumult. 19  Zij zijn het die voor u hadden moeten verschijnen om me aan te klagen, aangenomen dat ze iets tegen me hadden kunnen inbrengen. 20  En anders moeten deze mensen hier maar eens zeggen van welk misdrijf ze me konden betichten toen ik voor het Sanhedrin verscheen, 21  of het moest zijn dat ik heb uitgeroepen, toen ik voor hen stond: “Omwille van de opstanding van de doden sta ik vandaag voor u terecht.”’ 22 ¶  Felix, die goed bekend was met alles wat op de Weg betrekking had, verdaagde daarop de zitting en zei: ‘Zodra Lysias, de tribuun, is aangekomen zal ik in uw zaak uitspraak doen.’ 23  Hij gaf de centurio opdracht Paulus in hechtenis te houden, maar onder een mild regime, en gelastte dat niemand uit zijn kring verhinderd mocht worden voor hem te zorgen. 24  Enkele dagen later ging Felix samen met zijn vrouw Drusilla, die een Jodin was, naar de gevangenis. Hij liet Paulus halen om te horen wat hij over het geloof in Christus Jezus te zeggen had. 25  Maar toen Paulus sprak over gerechtigheid en zelfbeheersing en over het komende oordeel van God werd Felix bang en zei: ‘Voorlopig kunt u gaan. Wanneer ik in de gelegenheid ben, zal ik u weer laten roepen.’ 26  Maar intussen hoopte hij dat Paulus hem geld zou aanbieden; daarom liet hij hem telkens weer komen voor een gesprek. 27  Toen er twee jaren verstreken waren, werd Felix opgevolgd door Porcius Festus. Om de Joden ter wille te zijn, liet hij Paulus in gevangenschap achter. (NBV)

Twee jaar minstens heeft Paulus gevangen gezeten onder procurator Felix. Een soort huisarrest want iedereen mocht langs komen om Paulus te bezoeken en te helpen. Maar was Paulus nu een gewetensgevangene of het slachtoffer van een corrupte ambtenaar. Het boek Handelingen is geschreven voor de jonge Christelijke gemeenten die na de val van de Tempel in het jaar 70 met de vraag zaten hoe het nu verder moest met hun Christendom. Ze hadden te maken met Keizers in Rome die zichzelf steeds meer goddelijke eigenschappen hadden toegedicht en van de onderdanen vroegen hen te aanbidden en hen offers te brengen. Voor Joden was er vanouds een vrijstelling van deze dienst maar naarmate er meer Heidenen toetraden tot de beweging van de Weg werd het moeilijker om deze vrijstelling in stand te houden. De beweging van de Weg was een Joodse secte en zou dat feitelijk ook nog heel lang blijven.

De voortzetting die de Rabbijnen na de verwoesting van de Tempel aan de belijders van de leer van Mozes hadden gegeven. die we tegenwoordig het Jodendom noemen,  en de beweging van de Weg, die zich ook hield aan de leer van Mozes, hadden wederzijds invloed op elkaar. Daar waar er misverstanden met de overheid ontstonden over wie nu welke richting aanhing en hoe dat nu zat met de eis dat de onderdanen van de Keizer offers moesten brengen leverde herhaaldelijk conflicten op. De aanhangers van het Rabinale Jodendom beschuldigden de aanhangers van de Weg er van hun positie in gevaar te brengen. Omkoping van de plaatselijke bestuurders was een middel om conflicten met de overheid te vermijden. Dat Paulus hier weigert om de procureur om te kopen heeft voor de jonge gemeenschappen van de Weg grote gevolgen. Het heeft herhaaldelijk geleid tot vervolging, marteling en dood van de Christenen zoals ze werden genoemd, de aanhangers van de Weg en met name van die aanhangers die eerst als Heidenen bekend hadden gestaan bleven weigeren de voorgeschreven offers te brengen of de overheid om te kopen.

Omkoopbaarheid van overheidsdienaren is een kwaad dat van alle tijden en van alle plaatsen is. Wij hebben er ook in onze dagen mee te maken. Soms worden we er zelf rijk van als Nederlandse bedrijven buitenlandse overheidsdienaren kunnen omkopen om hen handelsvoordelen te geven en de nodige vergunningen. Soms worden we er arm van als geld dat voor hulp is bestemd voor een deel in de zakken van corrupte ambtenaren verdwijnt, we moeten dan meer geld opbrengen voor de hulp. Maar denk niet dat onze eigen overheidsdienaren en bestuurders onkreukbaar zijn. Ook in ons land komt corruptie voor. Die is niet altijd zichtbaar. Besloten serviceclubs, studieverenigingen waar hechte vriendschappen ontstaan, gesloten secten waar niemand van weet wie er komt en wat men doet, zijn voedingsbodems voor de corruptie in ons land. Het is daarbij te gemakkelijk te spreken over vriendjespolitiek. Het wordt pas echt erg als de omkoopbaarheid of het bevoordelen van eigen relaties algemeen bekend is maar niemand er over durft te spreken. Klokkenluiders die net als Paulus blijven weigeren aan dit kwaad mee te werken worden ook in ons land niet beschermd. Er was een tijd dat kerken mensen beschermden tegen het kwaad. Misschien roept dit gedeelte uit het boek Handelingen ons op daar wat meer aandacht aan te schenken.

Plaats een reactie