De Joden steunden de aanklacht

Handelingen 24:1-9

1 ¶  Vijf dagen later arriveerde Ananias, de hogepriester, samen met enkele oudsten en met Tertullus, een advocaat. Ze dienden hun klacht tegen Paulus in bij de procurator. 2  Toen deze voor het gerecht geroepen was, begon Tertullus zijn requisitoir als volgt: ‘Excellentie, dat wij dankzij u in duurzame vrede leven en dat door uw vooruitziend beleid hervormingen ten gunste van het Joodse volk totstandkomen, 3  erkennen we van ganser harte, en we zijn u daarvoor veel dank verschuldigd. 4  Ik wil u echter niet langer ophouden dan nodig is, en daarom doe ik een beroep op uw welwillendheid om een ogenblik naar ons te luisteren. 5  Het is ons gebleken dat deze man een ware pest is en dat hij overal ter wereld onlusten onder de Joden veroorzaakt. Als een van de voornaamste leiders van de sekte van de Nazoreeërs 6  heeft hij zelfs een poging ondernomen om de tempel te ontwijden, waarna we hem hebben overmeesterd. 7  {-(24:6) Andere handschriften hebben na ‘overmeesterd’ en voor ‘Dat al onze beschuldigingen’ nog de volgende tekst: ‘om hem volgens onze wet te berechten. 7 Toen greep Lysias, de tribuun, echter in. Hij haalde hem met grof geweld bij ons weg 8 en beval zijn aanklagers voor u te verschijnen.’”Š} 8  Dat al onze beschuldigingen juist zijn, kunt u uit zijn eigen mond vernemen als u hem ondervraagt.’ 9  De Joden steunden de aanklacht en bevestigden de juistheid ervan. (NBV)

We pakken het verhaal over Paulus  weer op. Het boek Handelingen beschrijft hoe de boodschap van Jezus van Nazareth van Jeruzalem naar Rome is gegaan. Niet dat Paulus daar alleen verantwoordelijk voor  was. Er was al een Christelijke gemeenschap voordat Paulus ooit in Rome was geweest. Maar de manier waarop hij de boodschap aan de Romeinen overbracht is op de duur in de Christelijke kerk doorslaggevend geworden. Vanuit Rome heeft die visie de hele wereld veroverd. Die visie staat in de Bijbelse Brief aan de Romeinen. Maar in de Handelingen vinden we ook een verhaal over hoe God er voor zorgde dat Paulus naar Rome kon komen. Dat ging dus niet met de bliksemschicht die Paulus van zijn paard gooide. Daarna heeft hij eerst lange tijd moeten studeren en revalideren en uiteindelijk werd hij vanuit Damascus uitgezonden om het Woord te verkondigen. Pas na een lange reis ging hij terug naar Jeruzalem. Na een vergadering met de leerlingen van Jezus van Nazareth en het hoofd van de gemeente van Jeruzalem Jacobus de broer van Jezus, werd hij bij de Tempel gearresteerd en beschuldigd van opruiing. Omdat hij zich beriep op zijn Romeins burgerschap werd hij naar de landvoogd in Caecarea gestuurd.

In dit verhaal over een proces tegen Paulus gaat het ook over de vraag hoe wetten moeten worden toegepast. De  Romeinen vonden het best als overwonnen volken met een eigen godsdienst in godsdienstige kwesties hun eigen aan de godsdienst ontleende wetten toepasten. De advocaat van de hogepriester doet daar een beroep op. Hij verdeelt het huis van Israël en volgens de leer van Mozes kan een huis dat tegen zichzelf verdeeld is niet blijven bestaan. De conflicten die Paulus veroorzaakt zijn dus in strijd met de godsdienstige wetten. Omdat Paulus zelfs het godsdienstige hart, de Tempel, zou ontwijden zou een berechting volgens de eigen wetten op haar plaats zijn. De advocaat vertelt er niet bij waar die ontwijding uit zou bestaan. De landvoogd zou raar opkijken als het werd uitgelegd. Paulus werd er namelijk van beschuldigd om ten huize van Romeinen samen met hen te eten. Joden kwamen zelfs niet thuis bij Romeinen en hun voedsel was hen een gruwel. Om dit soort conflicten te voorkomen had Paulus overigens de voorgeschreven reinigingsrituelen uitgevoerd. De hier genoemde Lysias was daarvan op de hoogte en nam Paulus in bescherming. Maar opruiing zou nog steeds een legitieme beschuldiging kunnen blijken. Omdat Paulus een beroep deed op zijn Romeins burgerschap werd hij naar de landvoogd gestuurd.

Dit gedeelte van het boek Handelingen laat zien wat er gebeurd als je de richtlijnen uit de leer van Mozes, wat wij het Oude Testament noemen, gelijk stelt met de Romeinse wetgeving. Dat doe je als je voor een Romeins rechter de keuze voorlegt  welk recht van toepassing is. In de verhalen over Jezus van Nazareth komt dat conflict herhaaldelijk naar voren. Merkwaardig is dat ook tot op de dag van vandaag Christenen beweren dat je die regels uit de Leer van Mozes letterlijk moet nemen en ze moet toepassen alsof ze Romeinse wetten zijn en geen richtlijnen om een menselijke samenleving op te bouwen. Juist die Christenen die beweren de Bijbel van kaft tot kaft letterlijk te nemen houden zich helemaal niet aan de richtlijnen uit de leer van Mozes, ze kiezen er willekeurig een paar uit en beweren dan dat daaruit blijkt dat ze de Bijbel letterlijk nemen. De schepping van de menselijke samenleving is het doel van het verhaal van de hele Bijbel. In Genesis lezen we hoe alles om ons heen bestemd is voor mensen. In Openbaring lezen we waar dat op uit zal lopen, een hemelse aarde waar alle tranen gedroogd zijn en waar God zelf zal willen wonen. Daar tussen in staat hoe wij mee kunnen werken aan die schepping door onze naaste lief te hebben als onszelf. Bang hoeven we nergens voor te zijn. Paulus doet het ons voor door noch voor zijn godsdienstige autoriteiten, noch voor het machtige Romeinse rijk bang te zijn. Wij mogen daaraan elke dag opnieuw een voorbeeld nemen.

Plaats een reactie