Gods gerechtigheid vervullen

Matteüs 3:13-4:11

Toen Matteüs dit verhaal opschreef was het verhaal van Jezus van Nazareth al bekend. Wat hij had gedaan, wat hij had geleerd, hoe het afgelopen was, het werd allemaal verteld in verhalen die men kende. Matteüs moest ze opschrijven zodat ze op de juiste manier zouden worden doorverteld. Maar waarom had die Jezus van Nazareth zich laten dopen? Die hoefde toch niet een nieuw leven te beginnen? Was die doop door Johannes een inwijdingsrite in een geheime sekte? Lastige vragen en volgens het verhaal zoals het bij Matteüs wordt verteld had ook Johannes zulke vragen gesteld. Het antwoord van dit verhaal is dat door zich te laten dopen Jezus van Nazareth op deze manier Gods gerechtigheid vervult. En daar mag je nog wel eens bij stilstaan. Want is het gewoon dat de grootste mee doet met de kleinsten? Dat de voorganger mee te water gaat met al die mensen die hun leven willen vernieuwen? In de overtuiging van Jezus van Nazareth wel. Hij zou uiteindelijk de voeten wassen van zijn leerlingen, alsof hij een slaaf was. Hij zou uiteindelijk een slavendood sterven. Hij zou verkondigen dat wie de eerste willen zijn de laatsten zullen zijn en de laatsten de eersten. Dat is nog eens anders dan in de wereld van vandaag. Daarom daalde de Geest van God neer op Jezus van Nazareth, zo zacht en sierlijk alsof het een duif was. Want als je in de Geest van God handelt dan durf je de minste te zijn, zodat je de minsten ziet en je je voor de minsten in kunt zetten..Het gesputter van Johannes gaat verloren in de verschijning van Jezus als zoon van God. De appel valt niet ver van de stam zeggen wij dan.  Johannes krijgt gelijk doordat hij ongelijk had. Dat zijn van die mooie zinnen uit de Bijbel die mensen tegenstaan. Hoe kun je nu gelijk krijgen als je ongelijk hebt. Maar hier kun je het zien. Johannes stelt zich als de minste op, hij is het niet waard om de schoenen van Jezus vast te maken. Jezus laat zich dopen, ook hij gaat de weg van de minste die mee wil gaan op de nieuwe Weg. En zoals Johannes het wil moet het ook, niet een leider die de baas is, maar een voorganger die dient. We mogen sinds die doop allemaal meewerken aan het vervullen van Gods gerechtigheid. We zijn allemaal kinderen van God. Op ons allemaal kan de duif van de Heilige Geest neerdalen zodat we onze hoogmoed en eigenwaan inruilen voor de Geest van God die we in Jezus van Nazareth zijn tegengekomen. We geloven niet in de duivel, maar we geloven in God. Als je dat zegt rijst de vraag wat je dan moet met dit verhaal van Matteüs over de verleiding door de duivel. Nu staat er in het verhaal dat Matteüs er niet bij is geweest. Het lijkt een journalistiek verslag van een gesprek, of een serie gesprekken, tussen de net gedoopte Jezus van Nazareth en de tester. Dat kan het niet zijn want dan had de journalist er zelf bij moeten zijn, ook Jezus zelf heeft het kennelijk niet aan Matteüs of zijn leerlingen verteld. Het is dus een verhaal dat antwoord geeft op vragen. Een vorm die wij bijna verloren zijn maar die je kunt vergelijken met de gelijkenissen die ook in de Bijbel staan. Het verhaal gaat dan over visioenen. Na veertig dagen vasten wordt je helder in je hoofd en loop je de kans visioenen te zien. Het eerste visioen van Jezus ging over hemzelf, hij had honger en het gevoel dat hij de stenen in brood kon veranderen. Matteüs had de behoefte om aan zijn publiek duidelijk te maken dat Jezus een gehoorzame Jood was en citeerde uit het boek Exodus, een van de boeken van de Joodse Wet, waar inderdaad staat dat een mens niet van brood alleen leeft, maar van Gods woord, afhankelijk is van de Liefde dus. Met het gooien met Bijbelteksten moet je overigens heel voorzichtig zijn en ook dat leert dit verhaal van Matteüs. De duivel nam hem mee naar het hoogste punt van de tempel en zong een psalm die waarschijnlijk regelmatig in de tempel was gezongen. Psalm 91, waar de dichter lyrisch wordt over de hulp en steun die je van de God van Liefde kunt verwachten. Maar Jezus houdt zich aan de Wet en antwoordt weer met een citaat uit het boek Exodus: stel God niet op de proef. En ook de derde keer is het de Wet van de Liefde, zoals verwoord in het boek Exodus waarmee Matteüs aantoont hoe Wetsgetrouw die Jezus wel niet was, er is maar één God. Drie maal is er de verzoeking die elke leider en elke machthebber heeft. In de eerste plaats kun je voor jezelf zorgen, de collecte, de winst in eigen zak steken, zorgen dat het jou aan niets ontbreek, ook al gaat je bedrijf te gronde als bestuurder kun je de grootste bonussen opstrijken. Je kunt, op de tweede plaats, je roeping, je macht op alle manieren proberen te bewijzen, en alles wat goed gaat, ook ondanks jezelf, aan jezelf toerekenen, menig politicus blijft daardoor lang populair. En je kunt, op de derde plaats, op alle manieren, ook de verkeerde, proberen je macht te behouden en te vergroten, schending van mensenrechten, verdwijningen, terreur, angst zaaien, wie de wereld rondkijkt ziet voldoende voorbeelden. Het zijn de drie verleidingen waar nog tot op de dag van vandaag vele leiders en machthebbers binnen en buiten kerken voor zwichten. Het gaat niet op de eerste plaats om ons eigen inkomen, het gaat er ook niet om ons eigen gelijk te bewijzen, het gaat er zeker niet om meer te zijn dan een ander, het gaat om recht te doen aan de minsten onder ons, ook vandaag nog.

Plaats een reactie