De leerlingen begrepen er niets van.

Lucas 18:31-43

Het was maar een rare zaak. Drie jaar bijna hadden ze met Jezus van Nazareth opgetrokken. Ze hadden tal van wonderen gezien. Ze waren zelf door de dorpen getrokken om  de bevrijding van de armen te verkondigen en hadden boze geesten uitgedreven. En dan roept die Jezus van Nazareth dat hij gevangen genomen zal worden, gemarteld zal worden en gedood zal worden. Ja en ook nog dat hij na drie dagen weer uit de dood op zou staan. Dat is toch een hele rare zaak. Tijdens hun tocht van Galilea via Samaria naar Judea waren er steeds meer mensen achter hen aan gegaan. Als dat zo door zou gaan dan zouden ze vergezeld van een grote menigte Jeruzalem binnen trekken. En dat kan toch niet uitlopen op de dood? Ze snapten er niks van. Maar ze gaan verder naar Jericho, ook al zo’n rare stad. De meesten van ons denken dan aan Jozua die met het volk uit de woestijn het beloofde land binnentrok en Jericho veroverde door er zeven keer omheen te trekken. Maar dat was niet de stad waarheen de menigte achter Jezus van Nazareth op weg was. Het Jericho van Jozua mocht niet weer worden opgebouwd, dat was wel eens geprobeerd maar dat was slecht afgelopen. Herodes, de koning uit de dagen van Jezus van Nazareth had daarom een eind verder, 20 minuten lopen, een nieuwe stad opgebouwd die hij ook Jericho noemde, daarheen was Jezus van Nazareth nu op weg. En langs die weg zat een blinde man. En die blinde man vroeg wie er langs kwam, de man die zich aan God gewijd heeft, klinkt het met een woordspeling waarin Nazareth tot Nazoreër is geworden. Hij spreekt Jezus van Nazareth dan ook aan als Zoon van David, dat kan niet anders dan een bevrijder, een Messias, zijn. Goed gezien zou je zeggen. En dat gebeurt dan ook. De bedelaar langs de weg werd opgemerkt en zag het weer goed. Hij volgde Jezus van Nazareth en heel het volk loofde God. Het lijkt er in het verhaal op dat de bevrijding van Jericho zich weer herhaald. Toen was er het vertrouwen van Rachab de Hoer die de bevrijding inluidde nu is er het vertrouwen van de blinde bedelaar langs de weg. Hebben wij daar vandaag de dag nog wat aan? We kunnen er in elk geval van leren dat ook onze bevrijding van angst en ellende kan beginnen met oog krijgen voor de mensen langs de kant van de weg, de hoeren, de dak en thuislozen, de bedelaars, de gehandicapten, de uitgestotenen, de vreemdelingen in ons midden. Pas als we daarbij stil blijven staan en onze hand weten uit te steken begint de bevrijding, dan komt de nieuwe samenleving die ons in het Koninkrijk van God is beloofd. Dat kunnen we elke dag en dus ook vandaag weer doen.

Plaats een reactie