Het zevende jaar het land braak laten liggen

Exodus 23:10-19

Vandaag lezen we over misschien het mooiste geschenk dat de God van Israël aan de mensen heeft gegeven : rust! Dat staat haaks op alle godsdiensten uit heden en verleden. Eén dag in de week niemand, helemaal niemand, werken, maar rusten en samen vieren de God van Israël. De verhalen opnieuw horen en samen nagaan hoe die nieuwe samenleving van die God van Israël er zou moeten uitzien. Zodat de hardste werkers, de loonslaven en de vreemdelingen, op adem zouden kunnen komen. Eén maal in de zeven jaar een jaar lang de akkers laten rusten. Dat wat er groeit bestemmen voor de armen. Een jaar lang nieuwe krachten opdoen zodat je met verdubbelde ijver verder kunt bouwen aan de wereld die God ons gegeven heeft. We doen het niet. Dat sabbatsjaar is waarschijnlijk nooit echt helemaal in acht genomen. Die Sabbatsdag was al moeilijk genoeg. Daar moet ook vandaag de dag nog hard voor gevochten worden. Christenen zijn in de loop van de geschiedenis die Sabbatsdag op de eerste dag van de week gaan vieren, de zondag. Maar de goden van profijt en winst hebben de god van altijd maar consumeren naar de wereld gestuurd met de verleidelijke godin van de Koopzondag om ons tot zeven dagen kopen te verleiden. En geroep en geschreeuw om scheiding tussen Kerk en Staat moet verhullen dat alleen een scheiding van de God van Israël de bedoeling is zodat de afgoden van winst en profijt ongeremd hun gang kunnen gaan in het uitbuiten van de mensen en het in slavernij brengen van de kinderen van God. Het negeren van het geschenk van de God van Israël maakt dat mensen niet meer de tijd nemen om bijeen te komen op de marktpleinen van dorpen en steden om daar in plaats van te handelen te spreken over de inrichting van hun samenleving, over wat recht en wat onrecht is, over waar en hoe te bouwen en over hoe te zorgen voor de toegang tot steden en dorpen en over wie dat alles zou moeten betalen en met hoeveel. De God van Israël roept ons op geen andere goden aan te roepen en alle gelovigen en iedereen die wil streven naar een rechtvaardige samenleving waaraan iedereen mee kan doen zouden te hoop moeten lopen tegen de ongeremde en ongerechtvaardige aanvallen op de ene dag in de week waarop we zouden kunnen rusten, de zondag. In het verhaal dat we vandaag lezen lopen dat ene jaar en die ene dag uit op drie feesten. Het feest van de bevrijding van de slavernij, de bevrijding van de dood, het Pesachfeest, dan het feest van de eerstelingen van de oogst, het Pinksterfeest en aan het eind van de oogsttijd het feest van de Inzameling, het Loofhuttenfeest, het enige feest dat de Christenen niet hebben overgenomen. Drie maal per jaar moet je bereid zijn om te delen van wat je hebt met de God van Israël, te offeren. Hier in het boek Exodus staat het nog beknopt. Je moet respect hebben voor het leven van de dieren die je offert en het delen moet voorop staan vanaf het eerste van je oogst. In het boek Deuteronomium staat het verder uitgewerkt. Die God heeft jouw offers immers niet nodig, het gaat om jouw bereidheid te delen. Daarom staat er daar dat je een maaltijd moet houden in het Heiligdom met de armen, de vreemdelingen, je familie en de dienaren van de Tempel. En zo’n maaltijd kan ook de komende dagen met Pinksteren weer. Die vieren we dan in de Geest van die God van Israël.

Plaats een reactie