De schuld ligt bij mij en mijn volk

Exodus 9:27-35

Mozes gelooft niks van die schuldbelijdenis. Al eerder heeft de farao beloofd dat het volk zou mogen gaan als de ramp zou ophouden en ook nu beloofd hij het. De farao geeft zelfs toe dat hij zelf schuld heeft aan de ramp die het land is overkomen. Maar politici en leiders van een land moet je nu eenmaal niet op voorhand geloven. Gaat Eurlings echt terug naar zijn gezin of zoekt hij de rust van het eervolle burgemeesterschap van Maastricht, gaat Bos echt vaker thuis zijn of ziet hij zijn kans schoon voor heel lang directeur te worden van de Nederlandse Bank. In hoge kringen komen de klappen altijd minder hard aan dan in lage kringen. Die politici hebben niet direct een sollicitatieplicht. Voor de schoonmakers die nu staken is het een regelrechte ramp als ze hun baan zouden verliezen. Voor de farao was er nog voldoende tarwe en spelt, voor de armen in zijn land was het heel wat erger dat de gersteoogst was vernield en de vlasoogst mislukt. Want van gerst werd met behulp van de uit het vlaszaad geperste olie het brood voor de armen gebakken. Mozes had gelijk de farao niet te vertrouwen. Toen de hagel en de bliksem weer waren verdwenen waren ook de goede voornemens van de farao weggesmolten. Hagel mag dan wel hard aankomen, het smelt ook weer en verandert geen mensen. Het zal nog dichter op de huid van de farao moeten komen. Zelfs de grootste en zwaarste tovertrucs brengen mensen niet uit de slavernij. Dat laatste geld ook in onze dagen. In de kritiek op ontwikkelingssamenwerking hoor je nog al eens dat armoede nog steeds voortduurt ondanks de hulpverlening. We denken dan dat een aalmoes wel de problemen zal oplossen, maar aalmoezen lossen nooit iets op. Veel van de landbouwprojecten zijn geslaagd, alleen blijven de boeren arm omdat ze hun producten niet kunnen afzetten, ze kunnen niet concureren met de rijke boeren uit het westen. En natuurlijk zijn er ook fouten gemaakt. Mooie tractoren geven aan boeren die in landen wonen waar geen benzine of diesel te koop is voor arme mensen helpt dus niet. Dat worden monumenten voor de goedgeefsheid van het westen, jaarlijks vindt er een herdenking plaats en worden er bloemen gelegd. Als we werkelijk kennis nemen van de armoede dan willen we best helpen. Maar beloften van hulp en zelfs aalmoezen zijn als de schuldbelijdenis van de farao en zijn beloften het volk te laten gaan. Als Mozes en Aäron uit het paleis verdwenen zijn, als bij ons de ramp van de televisie verdwenen is, dan zijn de beloften vergeten en weet niemand meer welke schrijnende beelden er ook al weer waren. Als we werkelijk wat willen voor de armen in de wereld dan moet dat via rechtvaardige handel, de Fair Trade. Gelukkig heeft een rechter bepaald dat Fair Trade bij koffie betekent dat de producenten van de koffie rechtstreeks een eerlijke beloning voor hun werk behoren te krijgen en dat die beloning niet geregeld moet worden door een koffiebrander uit het westen. Straks bij de verkiezingen zullen we ook moeten kiezen voor partijen die de handelsaccoorden willen veranderen, die eerlijke concurentie willen bevorderen voor de arme boeren. Dan bevrijden we echt volkeren uit de slavernij van de armoede.

Plaats een reactie