1 Korintiërs 6:1-11
Paulus hamert er op dat de gemeente van Jezus van Nazareth anders handelt dan men in de rest van de samenleving gewoon is. Dat geldt ook voor onderlinge rechtsgeschillen. Daar hoort niet de strijd en het eigen gelijk voorop te staan maar de liefde voor elkaar en de zorg voor de naaste. Dat is een andere manier van rechtspreken. Als het gaat om schulden gaat het bijvoorbeeld ook om het vergeven van schulden. Kun je iemand die aan de grond is komen te zitten en die bij jou nog een schuld heeft die schuld kwijt schelden en daardoor een nieuwe kans geven. Kun je in iemand die je kwaad heeft gedaan een broeder of zuster blijven zien en als er berouw is vergeving schenken om samen weer een nieuwe weg in te slaan in plaats van iemand de hand af te hakken, een oog uit te steken of het leven te laten benemen. Die tegenstelling in straffen en behandeling moeten we wel in ogenschouw nemen. Wij laten niet meer zo wreed straffen maar in het contract en vermogensrecht kunnen wrede vonnissen wel een rol spelen. Gas en licht kunnen ook in gezinnen met kinderen worden afgesloten als ze een betalingsachterstand hebben opgelopen, zelfs in het koudste van de winter. Natuurlijk is daar verzet tegen en over het algemeen kunnen huisuitzettingen worden voorkomen maar de privatisering van de energiebedrijven heeft dat verzet een stuk moeilijker gemaakt. Paulus pleit er voor dat iemand uit de gemeente zelf probeert recht te spreken. Daarbij worden dan natuurlijk de regels van Jezus van Nazareth toegepast en kan gewaakt worden voor misbruik van de liefde tot de naaste. Niet alles hoeft zomaar goed gevonden te worden maar iemand behandelen als broer of zuster in plaats van als tegenstander of vijand kan dag en nacht verschil uitmaken, ook in de kritiek die er mag zijn. In onze samenleving laten we de rechtspraak over aan onafhankelijke rechters .Dat is op zich niet verkeerd. Iedereen zou zich moeten kunnen laten bijstaan door een advocaat. Daar schort het nog wel eens aan. Een advocaat moet betaald worden en de overheid heeft daar een rem op gezet. Het gevolg is dat niet iedereen meer de hulp kan krijgen van een advocaat in een rechtzaak. Soms zijn er kerken die via de diaconie mensen helpen die in de knel gekomen zijn en hen zelfs stem geven of bijstaan. Sommige kerken rekenen dat tot hun taak omdat ze vinden dat in een samenleving als de onze iedereen dezelfde kansen moet hebben en mensen behandeld moeten worden als broeders en zusters en niet als vijanden of tegenstanders. Fijntjes wijst Paulus er op dat er nogal wat gemeenteleden zijn die zelf een niet onbesmet verleden hebben. Daar zullen er ook tussen zitten die veel ervaring hebben met het onrecht dat rechtbanken kunnen verspreiden. In onze dagen zijn er zelfs geruchten over valsheid in geschrifte bij het instellen van hoger beroep door officieren van justitie. Naast mensen gaan staan en zorgen dat ze anders gaan doen, de rechte weg gaan bewandelen dat is in de Geest van Jezus van Nazareth. Daar mogen ook wij aan mee werken.