Hoogtijdagen

Leviticus 23:1-14

1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Dit zijn de hoogtijdagen van de HEER, die je als heilige dagen samen moet vieren. Dit zijn mijn hoogtijdagen: 3 Zes dagen kun je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die je als heilige dag samen moet vieren. Je mag die dag geen enkele bezigheid verrichten. Waar je ook woont, het moet een rustdag zijn die aan de HEER gewijd is. 4 Dit zijn de hoogtijdagen van de HEER, die je als heilige dagen samen moet vieren, elk op de aangewezen tijd: 5 Op de veertiende dag van de eerste maand wordt ter ere van de HEER het pesachoffer bereid, in de avondschemer. 6 En op de vijftiende dag van die maand begint ter ere van de HEER het feest van het Ongedesemde brood: zeven dagen lang moeten jullie dan ongedesemd brood eten. 7 De eerste dag moet je als heilige dag samen vieren; je mag dan niet werken. 8 Elk van de zeven dagen moeten jullie de HEER een offergave aanbieden. De zevende dag moet je opnieuw als heilige dag samen vieren, en ook dan mag je niet werken.”’ 9 De HEER zei tegen Mozes: 10 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat Ik jullie zal geven en je daar de oogst binnenhaalt, moeten jullie de eerste schoof van je gersteoogst naar de priester brengen. 11 De priester moet de schoof ten overstaan van de HEER omhoogheffen opdat die als offer zal worden aanvaard. De priester moet de schoof omhoogheffen op de dag na de sabbat. 12 Op de dag dat de schoof wordt aangeboden, moeten jullie ook een eenjarige ram zonder enig gebrek als brandoffer aan de HEER opdragen, 13 met het bijbehorende graanoffer van twee tiende efa tarwebloem vermengd met olijfolie, als een geurige gave die de HEER behaagt, en het bijbehorende wijnoffer van een kwart hin wijn. 14 Tot op de dag dat deze gave aan jullie God is gebracht, mag je geen brood, geroosterd graan of vers graan eten. Deze bepaling blijft voor jullie voor altijd van kracht, generatie na generatie, waar je ook woont.(NBV21)

Wat is de belangrijkste feestdag voor Joden en Christenen? Het Paasfeest, of Pesachfeest zoals de Joden het noemen? Nee dus. Bij de opsomming van van de religieuze feesten voor het volk Israël komt de Sabbat voor de Pesach. Bij alles wat je doet, alles wat je maakt of voortbrengt moet je op de zevende dag rusten om te zien dat hetgeen je doet goed was. En als het niet goed was is het goed dat je dat gezien hebt want dan kun je het in de komende week van zes dagen herstellen om op de zevende dag te rusten en te zien dat het goed geworden is. Christenen  kwamen op de eerste dag van de week bij elkaar om de opstanding van Jezus van Nazareth te vieren en te oefenen in het breken van het brood en delen met de armen. Twee dagen achter elkaar niet werken was een al te grote luxe, dat wordt ook niet van ons gevraagd. De voorschriften voor de Pesach brengen ons op het spoor waarom het zo belangrijk is dat iedereen op dezelfde dag het werk laat rusten. In onze samenleving willen de goden van winst en profijt zeven dagen lang gediend worden. Omzet moet er gedraaid worden, winst vergroot, profijt geschapen, de goden van winst en profijt kunnen geen dag zonder. Pesach is de herdenking van de bevrijding uit de slavernij van Egypte, eigenlijk de bevrijding van de dood. Christenen vieren ook de bevrijding van de dood en de bevrijding van de slavernij is de bevrijding van de dood, daarom is de zondag geen religieuze feestdag, maar een maatschappelijke. Zijn we slaven of zijn we vrij? Een vrije zondag geeft het antwoord.

Het Pesachfeest was niet alleen een feest voor de bevrijding uit Egypte, uit de dood, maar het was uiteindelijk ook een oogstfeest. In het verhaal over de slavernij in Egypte speelde de eerstgeborenen een grote rol. Mozes was als eerstgeboren jongen gered van een wrede maatregel waarbij alle eerstgeboren jongetjes uit het slavenvolk gedood moesten worden. Op de avond voor de vlucht uit Egypte werden alle eerstgeborenen van de Egyptenaren gedood, alleen de Israëlieten ontkwamen doordat zij bloed van een lam aan de deurposten hadden gesmeerd. Dat het eerste van de oogst aan God werd opgedragen is dus zo vreemd nog niet. En de gerst oogst was de eerste oogst die na de koude winter kwam. Alles wat je had opgeslagen was bijna op en het spant er natuurlijk elk jaar om of er weer een goede oogst komt. Als dan de eerste schoof binnen is mag er een klein feestje worden Dat een dergelijk gebeuren gekoppeld wordt aan het verhaal over de bevrijding uit de dood in Egypte is zo vreemd dus nog niet. Voor Christenen is het ongezuurde brood dat wordt gegeten een directe verwijzing naar Jezus van Nazareth die vlak voor de Pasen dit brood en wijn als symbool van zijn eigen lichaam en bloed aan zou bieden. Dit brood en wijn offeren betekent dat je dus van begin af aan bereid moet zijn het te delen. Want met God delen is delen met de armsten in de samenleving, met de weduwen en de wees, met de zieken en bedroefden, met hen die zich niet konden verheugen in een nieuwe oogst.

En dan komt het wekenfeest. Zeven weken na het feest van de bevrijding, het feest van de eerste oogst, komt het feest van de dag waarop de oogst volop kan beginnen. Dan hoeft er geen ongezuurd brood meer te zijn. Het land geeft in overvloed en je kunt de eerste dieren gerust slachten. Maar ook dan moet er gedeeld worden. Je moet brood bakken en zeven eenjarige rammen, een stier en twee volwassen rammen met graan en wijn meenemen. Die dag moet je samen vieren. Elders staat dat je met je familie, je slaven, dienstknechten en dienstmeiden, de tempeldienaars, de armen en de vreemdelingen een maaltijd moet houden. De oogst is om te delen en niet om voor jezelf te houden. Dat is de boodschap van de feesten van het volk Israël. Dit wekenfeest, dat wij kennen als Pinksteren, is het begin van de oogsttijd. Het land staat vol met wuivend graan en iedereen weet dat er het komende jaar, het komende winterseizoen vooral voldoende te eten zal zijn. Behalve voor die mensen die geen land hebben, de armen en de vreemdelingen. Daarom staat hier, als de oogst begint, dat aan de rand van de akker een beetje moet blijven staan. En als er wat op de grond valt, bij het binden van de schoven dan moet je dat laten liggen. Dat randje graan aan de rand van de akker en die aren die blijven liggen zijn voor de armen en de vreemdelingen. Voor armen en vreemdelingen moet gezorgd worden, ook vandaag nog. En ook vandaag mogen we de vreemdelingen daarbij niet vergeten of uitsluiten.

Plaats een reactie