Verwelkom hem vol vreugde

Filippenzen 2:19-30 19 In vertrouwen op de Heer Jezus hoop ik dat ik Timoteüs snel naar u toe kan sturen; het zal mij goeddoen te weten hoe het met u gaat. 20 Er is buiten mij niemand die zich zo oprecht om u bekommert als hij, 21 want alle anderen streven hun eigen belangen na … Lees meer

Wees dus ook vol vreugde

Filippenzen 2:12-18 12 Geliefde broeders en zusters, u bent altijd gehoorzaam geweest toen ik bij u was. Wees het des te meer nu ik niet bij u ben. Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God, 13 want het is God die zowel het willen als het handelen bij … Lees meer

De ander belangrijker

Filippenzen 1:27-2:11 27 Hier gaat het om: blijf leven in overeenstemming met het evangelie van Christus, zodat ik kan zien als ik bij u kom, of als ik niet kom over u kan horen, dat u één van geest bent en eensgezind strijdt voor het geloof in het evangelie. 28 Laat u op geen enkele … Lees meer

Maar wat dan nog!

Filippenzen 1:12-26 2 U moet weten, broeders en zusters, dat wat mij is overkomen er juist toe bijdraagt dat het evangelie wordt verspreid. 13 Het is iedereen in het Romeinse hoofdkwartier en alle anderen duidelijk geworden dat ik gevangenzit omwille van Christus. 14 Bovendien durven de meeste broeders en zusters, omdat ze door mijn gevangenschap … Lees meer

Aan alle heiligen

Filippenzen 1:1-11 1 Van Paulus en Timoteüs, dienaren van Christus Jezus. Aan alle heiligen in Filippi, die één zijn met Christus Jezus, en aan de leiders en dienaren van de gemeente. 2 Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. 3 Ik dank mijn God altijd wanneer ik … Lees meer

Het hele volk

Lucas 21:20-38 20 Wanneer jullie zien dat Jeruzalem door legertroepen omsingeld is, weet dan dat de verwoesting van de stad nabij is. 21 Wie in Judea is moet dan de bergen in vluchten, wie in Jeruzalem is moet er wegtrekken, en wie op het land is moet niet naar de stad gaan, 22 want in … Lees meer

Jullie worden mishandeld

Lucas 21:5-19 5 Toen er gesproken werd over de tempel, over de mooie stenen en wijgeschenken waarmee hij versierd was, zei Hij: 6 ‘Wat jullie hier zien … er zullen dagen komen waarop geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken.’ 7 Ze stelden Hem toen de vraag: ‘Meester, wanneer zal dat … Lees meer

De huizen van de weduwen

Lucas 20:41–21:4 41 Hij zei tegen hen: ‘Hoe kan men beweren dat de messias een zoon van David is? 42 Want David zelf zegt in het boek van de Psalmen: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, 43 tot Ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt.’” 44 … Lees meer

Sla met de pijlen op de grond.

2 Koningen 13:10-25 10 Joas, de zoon van Joachaz, werd koning van Israël in het zevenendertigste regeringsjaar van koning Joas van Juda. Zestien jaar regeerde hij in Samaria. 11 Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER: hij brak niet met de zondige praktijken van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de … Lees meer

Hij stuurde iemand

2 Koningen 13:1-9 1 Joachaz, de zoon van Jehu, werd koning van Israël in het drieëntwintigste regeringsjaar van koning Joas van Juda, de zoon van Achazja. Zeventien jaar regeerde hij in Samaria. 2 Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER: hij volgde het slechte voorbeeld van Jerobeam, de zoon van Nebat, … Lees meer

Het zilver

2 Koningen 12: 10-22 10 De hogepriester Jojada nam een kist, boorde een gat in het deksel en zette de kist bij het altaar, rechts bij de ingang van de tempel. Daarin deden de priesters die de ingang bewaakten al het zilver dat voor de tempel van de HEER werd afgedragen. 11 Wanneer ze zagen … Lees meer

Zijn leven lang

2 Koningen 12:1-9 1 Joas was zeven jaar oud toen hij koning werd, 2 in het zevende regeringsjaar van Jehu. Veertig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder heette Sibja en was afkomstig uit Berseba. 3 Zijn leven lang deed Joas wat goed is in de ogen van de HEER, zoals de hogepriester Jojada hem … Lees meer