Jesaja 30:27-33
27 De HEER zelf komt van ver, in brandende toorn: uit zijn neus stijgt dichte rook omhoog, vervloeking ligt op zijn lippen, zijn tong is als een verterend vuur, 28 zijn adem als een kolkende watervloed die tot de hals reikt. Hij komt de volken opschudden met een bedrieglijke wan, de naties geeft Hij een misleidend bit tussen de kaken. 29 Maar bij jullie zullen liederen klinken, zoals in de nacht van heiliging voor een feest. Jullie zullen verheugd zijn als een pelgrim die op de schalmei speelt, op zijn tocht naar de berg van de HEER, de rots van Israël. 30 Dan zal de HEER zijn machtige stem laten horen en laten zien hoe zijn arm neerkomt, in grimmige toorn: met een verterend vuur, met wolkbreuken, stortbuien en hagelstenen. 31 Zijn stem zal Assyrië verlammen, de HEER zal het slaan met een stok. 32 Elke keer dat de HEER de tuchtigende staf op zijn rug laat neerkomen, zullen de trommels en de lieren klinken. Met een regen van slagen gaat Hij Assyrië te lijf. 33 De offerplaats is sinds lang gereed, klaargemaakt voor de koning, met een vuurhaard diep en ruim, en vuur en hout in overvloed. Als een stroom van zwavel steekt de adem van de HEER hem in brand. (NBV21)
Wat moeten wij nu met die oude verhalen? Met die oude belofte van bevrijding en die waarschuwing tegen kinderoffers? Wij zorgen toch goed voor onze kinderen? Wij hebben onderwijs, wij hebben voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse kinderopvang? Maar te veel van onze kinderen groeien dicht. Het lijkt erop of we ze vetmesten zoals dieren vetgemest worden om geofferd te worden. Het aantal gedragsproblemen onder kinderen neemt toe. De opvang die kinderen geboden wordt betekent dat ze steeds minder tijd doorbrengen met liefhebbende zorgende ouders die hen een voorbeeld zijn in het leven.
De goden van winst en profijt, die in onze dagen worden aanbeden, eisen ook hun slachtoffers, eisen dat we werk stellen boven zorg, dat we dus het tegendeel doen van wat de God van Israël van ons vraagt. Onze politiek weet daar soms mooie woorden voor te verzinnen, inkomensondersteuning bijvoorbeeld, maar als je iets ondersteunt dat er niet is dan blijft er niets. We moeten dus wellicht een andere weg inslaan. De Weg van de God van Israël, de weg van delen met elkaar en zorgen voor de minsten staat elke dag opnieuw voor ons open, ook vandaag weer. Kies dus de weg die je wil gaan.
Het gedeelte dat we vandaag lezen belooft ons een rooskleurige toekomst. Elke keer als onze vijand denkt toe te slaan zal God toeslaan. Elke keer dus als er over de zorg voor armen gelogen wordt dan stuurt God zijn boodschappers om de leugens aan de kaak te stellen. Vandaag staat ons de kennismaking met een nieuwe regering te wachten. Gaat die regering herbergzaam zijn? Gaat die regering een stroom van armoede tegenhouden door armoede ook in verre landen te bestrijden? Brengt die regering vrede, vrede tussen groepen in ons land en vrede tussen landen die in de wereld oorlog voeren? Gelovigen zullen stem moeten worden van hen die geen stem hebben, we moeten dus ook vandaag niet nalaten onze stem te verheffen.