Marcus 4:24-34
24 Hij zei ook tegen hen: ‘Let goed op wat je hoort: met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden, en er zal je zelfs meer worden toebedeeld. 25 Want wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs het laatste worden ontnomen.’ 26 En Hij zei: ‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: 27 hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. 28 De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. 29 Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’ 30 En Hij zei: ‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? 31 Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. 32 Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’ 33 Met zulke en andere gelijkenissen verkondigde Hij hun Gods boodschap, voor zover ze die konden begrijpen; 34 Hij sprak uitsluitend in gelijkenissen tegen hen, maar wanneer Hij alleen was met zijn leerlingen, verklaarde Hij hun alles. (NBV21)
Wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen. Soms lijkt er in de Bijbel toch iets anders te staan dan je altijd al gedacht had. Is het dan bijbels dat de rijken rijker worden en de armen armer? Je zou het bijna denken. Maar deze uitspraken gaan over een serie vergelijkingen met het Koninkrijk van God. Wat is dat Koninkrijk nou eigenlijk? Het is in elk geval niet zo als we normaal gewend zijn. Met een regering, met belangrijke figuren, met opinieleiders en zo. Ook de achterkamertjes en de compromissen ontbreken. Alles wat verborgen is moet immers openbaar worden, en alles wat in het geheim is ontstaan moet aan het licht komen. Dat Koninkrijk van God steekt overal bovenuit, daar is niks geheimzinnigs aan, integendeel iedereen mag meedoen, iedereen heeft er deel aan. Wie oren heeft om te horen moet goed luisteren. Dit is wat er over verteld wordt. En dan komt het stuk over de maat waarmee je meet. Die maat kennen we bijna niet meer, ja in museumwinkels kom je ze nog wel tegen. Er staan dan van die grote bakken vol met suiker, koffiebonen, gort of andere granen, soms havermout ook. Bij die bakken ligt een grote schep en op de toonbank staat een weegschaal. Als het om de melk gaat staat er een kan naast met streepjes. Die weegschaal en die kan zijn de maten waarmee de koopwaar wordt afgemeten.
In het Bijbelboek Leviticus staat dat je een zuivere maat moet hebben omdat je anders de armen besteelt. Wij kennen vanouds het IJkwezen dat de meetlatten, de maatbekers en de weegschalen controleert. Zelfs de benzinepompen langs de weg ontkomen niet aan een regelmatige controle. En als we dat tot ons door laten dringen snappen we ineens wat er met die rare uitspraken bedoeld wordt. In een winkel met een betrouwbare weegschaal en een zuivere maat ga je graag kopen. Die gaat dus meer verdienen. Een winkel die de klanten besteelt met een onzuivere maat zal ook bestolen worden, daartegen komen klanten in opstand die hun geld terug willen hebben en daar blijven de mensen uiteindelijk weg, die winkel gaat ten onder. Eerlijkheid, rechtvaardigheid en zorg voor de ander leveren je economisch dus een directe winst op, voor de winkelier en voor de klant. De gelijkenissen die Jezus van Nazareth uitgesproken heeft zijn beroemd geworden. Onder bijbeluitleggers soms ook wel een beetje berucht. Want wat moet je nou met een gelijkenis als die van het mosterdzaadje. Zo klein is dat zaadje helemaal niet. En van een boom kun je al helemaal niet spreken als je over de mosterdstruik spreekt. De heggemus zou er in kunnen nestelen maar dat er vogels onder het bladerdak kunnen schuilen zou eerder van onkunde dan van een prachtig beeld getuigen.
Maar de bijbelstudie bewandelt soms vreemde wegen. Een tijd geleden vonden ze in Israël het zaad van een dadelpalm. Genetisch niet echt te onderscheiden van de dadelpalmen die we tegenwoordig kennen. Wonder boven wonder bleek het zaad na eeuwen ook nog kiemkracht te bezitten. Het zaad werd gezaaid en opgekweekt en wat bleek, in Bijbelse tijden zag de dadelpalm er toch wat anders uit als tegenwoordig, je zou zonder genetisch onderzoek niet denken dat het dezelfde planten zijn. Waarom zou het niet zo gegaan zijn met de mosterdplant? We kennen twee mosterdsoorten, de gele die hier veel voorkomt, waardoor we denken dat de gelijkenis niet klopt, en de bruine. Het zaad van de bruine mosterd is de helft van het zaad van de gele mosterd, wel klein dus. Van die bruine mosterd zijn hele hoge struiken, tot drie meter hoog bekend,. En dan klopt die gelijkenis dus wel. Of de biologie van de verhalen nu precies wel of niet klopt is niet zo belangrijk, het gaat in de Bijbel om de boodschap. Een klein zaadje heeft een enorme potentie. In Nederland zou je misschien beter kunnen denken aan de beuk. Wie een oude beuk met haar geweldige omtrek en een hoogte van misschien wel 25 meter heeft gezien kan zich nauwelijks voorstellen dat dat ooit is begonnen met een simpel beukennootje, zo’n pitje waar je een handvol makkelijk kan meenemen. Wij hebben dus de kracht van een beukennootje ter beschikking.. Je naaste liefhebben als je zelf kan dus geweldige gevolgen hebben en elke keer dat je iemand je onbaatzuchtige liefde toont zaai je weer zo’n zaadje. Geweldig toch dat je een heel beukenbos vol liefde vandaag kunt planten.