Marcus 4:35-41
35 Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei Hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ 36 Ze lieten de menigte achter en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. 37 Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. 38 Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ 39 Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het water: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het water kwam helemaal tot rust. 40 Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet?’ 41 Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’ (NBV21)
Het gaat in de verhalen die we dezer dagen uit het Evangelie naar Marcus lezen over durf en kracht, eerst het mosterdzaadje en nu de storm. Mensen die de Bijbel moeten uitleggen zitten nog vaak met de vraag waarom Jezus van Nazareth in dit verhaal eigenlijk ging slapen. Dat hij de wind en de golven kon stillen zou hij wel geweten hebben, maar als hij wakker zou zijn gebleven zouden zijn volgelingen niet zo angstig geworden zijn. En daar zit wellicht de sleutel van het verhaal. Het gaat niet om het stillen van de storm maar om het vertrouwen op de goede afloop.
Minister president Colijn wordt nog wel eens verweten dat hij in 1939 tegen het volk zei dat ze rustig konden gaan slapen omdat de regering over hun veiligheid waakte. Dat volk had zich beter kunnen voorbereiden op het verzet dat na 1940 nodig zou zijn. Maar is zo’n storm nu een aanleiding om bang te worden? Als alle voorzorgen zijn genomen kun je je beter richten op het overleven. Een paar jaar geleden ging onze aandacht uit naar de slachtoffers van de orkaan Katrina in New Orleans. Daar bleek dat bij de voorzorgen tegen de storm de armen vergeten waren. En toen de storm eenmaal voorbij was waren het weer de armsten die het langst op hulp moesten wachten, zelfs vandaag wachten de armsten nog op de mogelijkheid terug te keren.
Als je leeft in de geest van Jezus van Nazareth dan gebeurt je zoiets niet. Dan zijn de armen en de zwaksten je eerste zorg, maar dan weet je ook dat je geen angst hoeft te hebben, want de onbaatzuchtige liefde van Jezus van Nazareth hield het ook uit door de dood heen. Dat kan ook voor ons gelden, met een geloof zo groot als een mosterdzaadje, zo klein als een beukennootje lazen we nog deze week. Nu weer, door de zwaarste storm heen kunnen we elkaar vasthouden en dat kan onze redding zijn. Ook in tijden van economische en financiële crisis. Als we werkelijk bereid zijn met elkaar te delen, voor elkaar in te staan en samen te doen dan kan geen crisis ons overwinnen, dan is geen storm groot genoeg om ons er onder te krijgen, alleen als je slechts voor jezelf denkt te kunnen zorgen ga je ten onder.