Daarom zal ik je eerstgeboren zoon doden

Exodus 4:13-23

Mozes blijft tegensputteren. Hij hoort niet bij het hof van Egypte en hij hoort niet bij de Hebreeën die in slavernij voor de Farao moeten werken. Maar langzaam ziet hij in dat al die tegenwerpingen drogredenen zijn. Hij had toch ooit nog een broer die goed van de tongriem was gesneden, Aäron  heette die. Hier wordt hij al aangeduid als Leviet, het loopt vooruit op het priesterschap dat Aäron later zou gaan bekleden en priesters verkondigen immers het woord van de God van Israël.  En zouden de weinige mensen die van die moord op de opzichter wisten nu nog leven? Of nu nog de behoefte hebben er macht over hem mee uit te oefenen? Uiterst onwaarschijnlijk. In de uitleg van rabijnen over het optreden van Mozes komt de veronderstelling voor dat Mozes wel 40 jaar in Midian in de woestijn heeft gewoond voor hij terug ging naar Egypte. Nu is het getal 40 in verband met een termijn een symbolisch getal dat in de Bijbel meestal betekent dat de tijd vol is, dat er genoeg tijd verstreken is, letterlijk kun je het vaak niet nemen. Dat de taak die hem wacht niet gemakkelijk is laat zich raden, die staf waarmee hij wonderen kan doen zal hem nog van pas komen. En of hij terug zal keren en hoe blijft ook nog een raadsel, geen wonder dat hij vrouw en kinderen met zich meeneemt. Hij neemt dus afscheid van zijn schoonvader die hier anders lijkt te heten dan op andere plaatsen in het boek Exodus. Geleerden wijten dat aan het eigenaardige van de Hebreeuwse taal. Die kent alleen medeklinkers en de klinkers moet je te weten komen door vaak naar het voorlezen te luisteren. Pas nadat het volk Israël door de Romeinen over de aarde werd verspreid hebben Joodse geleerden een systeem ontwikkeld waarmee de klinkers konden worden toegevoegd aan de medeklinkers. Maar verschillen zijn soms niet uit te sluiten en de naam van de schoonvader van Mozes waarschuwt ons nog maar eens de vertaling van de Bijbel al te letterlijk te nemen. Het wordt dus voor Mozes wel een onzekere reis. Maar dat hij tegen de Farao moet gaan zeggen dat zijn eerstgeboren zoon zal sterven lijkt nog wel de zwaarste boodschap. Zo gaat Mozes op pad. En hoe gaan wij op pad? Als we tenminste de moed bij elkaar rapen en opstaan en op weg gaan om te werken aan de bevrijding van de armen? Zo noemde Jezus van Nazareth de opdracht die hij aan zijn volgelingen gaf. Van Mozes mogen we leren dat we het niet alleen hoeven te doen. Er zijn ook altijd andere mensen die voor ons het woord kunnen doen of die met ons mee willen gaan. Bij organisaties als Fair Trade en Amnesty International werken al heel veel vrijwilligers. En het schrijven van brieven aan regeringsleiders om te pleiten voor de vrijlating van gewetensgevangenen hoef je niet alleen te doen. Ervaren deskundigen hebben brieven opgesteld die je zo kunt navolgen. Mogelijkheden genoeg dus. Daarbij komt je eigen persoonlijkheid, iedereen weet iets, kan iets en neemt zichzelf mee. Je overtuiging straalt uit zegt men en in dat stralen manifesteert zich ook je God en voor het goede mag je er op rekenen dat de God van Israël met je meetrekt, ook vandaag nog, ook in onze wereld.

Plaats een reactie