In een dorre woestijn

Deuteronomium 32:8-18

In die dorre woestijn werd volgens dit deel van Deuteronomium het volk Israël gevonden door de God van Israël en daar begon het welzijn en het welvaren van dat volk. Als je dit deel leest wordt het almaar vrolijker, zorg en liefde werden uitgestort, de bergen werden geopend, honing uitgeschonken, de oogst werd tot voedsel verstrekt, olijfolie kwam uit steenharde rots, melk van koeien en geiten, vlees van rammen, lammeren en bokken, het kan niet op. De beschrijving van een land overvloeiende van melk en honing. En was het volk daar zuinig op? Wilde het delen met de armen, de weduwen en de wezen, met de vreemdelingen in hun midden? Dat was immers afgesproken in het hart van die dorre woestijn? Nee dus, ze brachten offers aan goden die geen goden zijn, aan nieuwkomers van goden staat er. Er is dus niets veranderd. Ook in onze tijd willen de goddelozen ons doen vergeten waar we vandaan komen.

Wie een beetje op de hoogte is met  het verhaal dat in de Bijbel over het volk Israël wordt verteld zal verbaasd opgekeken hebben toen dit gedeelte uit het boek Deuteronomium werd gelezen. Het lijkt wel of de wording van het volk Israël helemaal geen rol heeft gespeeld. Waar zijn in de beelden die hier worden gebruikt de aartsvaders gebleven, geen Abraham en Sara, geen Jacob en Esau, geen slavernij in Egypte en een bevrijding door de God van Israël. In het laatste vers van dit gedeelte wordt zelfs gesuggereerd dat Israël als volk uit God werd geboren daar in die dorre woestijn. En dan zijn het mooie beelden van de moedervogel die wakend over haar kinderen met ze meevliegt en ze op haar vleugels opvangt als ze moe geworden zijn en ze voedt als ze hongerig weer naar het nest zijn teruggekeerd.

Maar de wording van de hele aarde was de voorbereiding van dat bijzondere moment dat de slaven die uit Egypte waren bevrijd niet zomaar een groep rondtrekkende slaven bleven maar een volwassen volk werd dat een licht kon zijn voor de andere volken. De geboorte van Israël was niet zomaar, was ook geen toeval. Bij het trekken van grenzen voor de andere volken op de aarde was al ruimte gemaakt voor Israël en dat volk Israël had een bijzondere taak, het zou de volken van de aarde moeten laten zien hoe een  menselijke samenleving er uit zou kunnen zien en hoe die te bereiken was. Het was verschrikkelijk  toen dat volk die taak verwaarloosde door andere goden na te lopen. Die taak lag in het verbond dat op de Horeb werd gesloten. Het vervullen van de Thora, dat verhaal met de richtlijnen voor de menselijke samenleving was het belangrijkste op de hele wereld, de wereld hing daarvan af. Dat werd verwaarloosd en de rampen die volken kunnen overkomen zijn Israël dan ook overkomen, oorlog en onderdrukking, ballingschap en verspreiding over de hele aarde. Die Thora is gebleven. De God van Israël laat niet varen het werk dat zijn hand ooit begon. Door zijn zoon Jezus van Nazareth mogen alle mensen op aarde meedoen aan de vervulling van de Thora, een samenleving scheppen die voor alle mensen een menselijke samenleving is, waar geen honger meer is, waar geen armoede meer heerst, waar gerechtigheid de bodem van is. Elke dag opnieuw mogen we daar weer mee beginnen, ook vandaag.

Plaats een reactie