God schiep de mens

Genesis 1:24-2:4a

Wat is er nog nodig willen mensen mensen worden? Er moet vee zijn en kruipende dieren en wilde dieren, want die dieren zijn voor de mensen nodig. Dieren om van te leven, dieren om van te genieten en dieren om voor te zorgen. Dan pas kunnen er mensen komen die Gods evenbeeld zijn, die de baas kunnen worden over de vissen, de vogels, over het vee en over alle dieren die op de aarde rondkruipen. Mensen die dat doen zijn mensen die op God lijken, mensen die dat niet doen zijn onmensen en tot op de dag van vandaag vinden we mensen die de dieren verwaarlozen, martelen, doden alleen voor hun plezier of uitroeien, onmensen. Speciale politieagenten moeten hen opsporen zodat ze bestraft kunnen worden.

God schiep de mens naar zijn evenbeeld. ze lijken dus op God, mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen. Pas op dat je hier niet leest dat God mannen schiep en dat God vrouwen schiep, want dat staat er niet. Het onderscheid tussen mannen en vrouwen komt pas veel later in het verhaal, pas als de mens merkt dat dieren wel dat onderscheid kennen maar dat de mens aanvankelijk maar alleen was. De mens. staat er, is mannelijk en vrouwelijk geschapen. Elk mens heeft een deel mannelijke en een deel vrouwelijke eigenschappen. Heel veel later kan Paulus daarom schrijven dat in een Christelijke gemeente het onderscheid tussen mannen en vrouwen verdwenen is. Dat zogenaamde natuurlijke onderscheid hebben we er zelf van gemaakt, zo is het van oorsprong niet bedoeld.

Bedoeld is dat er goed van de mens uitgaat, dat is gezegend zijn, dat je heerst over de vissen, de vogels en over alle dieren. Heersen zoals God wil dat er geheerst wordt, dus met liefde, dus dienend en zorgend. Zo is het bedoeld en als we om ons heen kijken weten we hoe ver we daarvan af zijn geraakt. Daar is dit verhaal ook voor bedoeld, dat we ons weer bewust worden waarom we eigenlijk met de dieren op aarde zijn. Want zoals God het heeft geschapen was het goed, wat wij er van gemaakt hebben was weer heel iets anders. Die spanning zit er dus van begin af in, maar wil je in die spanning een keuze kunnen maken dan moet je eerst weten wat goed was, dat lezen we dus hier.

En kan komt in het verhaal de zevende dag, de dag waarop we rusten zoals de God waarop we lijken rustte van zijn werk. Want we zijn geen slaaf geworden van de aarde, van het zorgen voor de vissen, de vogels en de dieren. Van het gezegend zijn en vruchtbaar zijn. Dat houdt ons niet gevangen, daar heersen we over, maar daar zijn we ook vrij van en op die zevende dag mogen we weer weten dat we er vrij van zijn. Kan dat dan niet om de beurt? Dat iedereen een andere dag van de week vrij is? Dan zijn we dus samen slaaf van het aardse, van alles wat voortgebracht wordt, van de economie, want kennelijk moet dat voortbrengen altijd maar doorgaan, zijn we daar nooit vrij van maar houdt het ons altijd gevangen.

Voor mensen die heersers van de aarde zijn, die op de God van Israƫl willen lijken, die bevrijdt willen zijn van de slavernij van het aardse geldt dat ze samen met alle mensen op aarde vrij willen zijn. Daarom kennen wij de zondagsvrijheid en willen we die zondagsvrijheid behouden. Zo is de aarde bedoeld, zo is ze geworden tot de aarde waarvan God zag dat ze goed was, zo is de aarde geworden toen God er een hemel boven zette als bescherming van al dat goede. Daar mogen we vandaag weer over heersen en zorgen dat het goed blijft.

Plaats een reactie